Aansprakelijkheid

De Zorgverzekering – het eerste heldere overzicht van het juridische zorglandschap

De Zorgverzekering – het eerste heldere overzicht van het juridische zorglandschap 2560 1707 Ekelmans Advocaten
overzicht zorgverzekeringsrecht
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

In de zorgverzekering en de langdurige zorg wemelt het van de regels en gebruiken, waarin je makkelijk de weg kwijt raakt. Over een paar weken is dat voorbij: dan verschijnt ‘De Zorgverzekering’.

In de zorgverzekering en de langdurige zorg wemelt het van de regels en gebruiken, waarin je makkelijk de weg kwijt raakt. Over een paar weken is dat voorbij: dan verschijnt ‘De Zorgverzekering’. In dit boek brengt Jan Ekelmans het speelveld van de zorgverzekering laag voor laag in kaart. Met dit boek in de hand kunnen zorgverzekeraars, zorgaanbieders, toezichthouders, consumenten en hun adviseurs beter en sneller kiezen wat hen te doen staat. En: met meer plezier!

Focus op de belangrijkste thema’s

De verzekerde gezondheidszorg is een markt met 80 miljard omzet. In kaart brengen wat daar gebeurt, is een uitdaging. Dit boek pakt die uitdaging op. Met een focus op vier thema’s: de verschillende verzekeringen (de zorgverzekering, de verzekering onder de Wet langdurige zorg en de aanvullende verzekering), de rechtsverhouding tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar, de bescherming van privacy en de mogelijke doorbreking daarvan én het toezicht op naleving door zorgverzekeraars met controles en fraudeonderzoeken en de aan de uitkomsten van die onderzoeken te verbinden gevolgen.

Praktische aanpak

Het boek heeft een praktische aanpak met aandacht voor gezichtspunten voor te nemen beslissingen, praktijkvoorbeelden, toekomstige ontwikkelingen en bronnen voor verdieping en verdere toepassing. Het bevat een schat aan feitelijke en juridische informatie die niet eerder zo vergaard, geordend en toegankelijk gemaakt is.

Over de auteur

Jan Ekelmans is advocaat en partner bij Ekelmans & Meijer advocaten. Hij wordt beschouwd als een autoriteit op het gebied van verzekeringsrecht in Nederland. Verzekeraars vragen hem om advies bij complexe en politiek gevoelige zaken. Jan was jarenlang raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en lid van de adviescommissie die het parlement en de regering adviseert over burgerlijk procesrecht. Zijn uitgebreide ervaring met het zorgverzekeringsrecht stelt hem in staat om een helder overzicht te geven van het juridische zorglandschap in Nederland.

Van Jan Ekelmans verscheen eerder ‘In eerste aanleg’, een praktisch handboek over de procedure voor de civiele rechter.

Bestellen ‘De Zorgverzekering’

De Zorgverzekering verschijnt op 13 januari 2020. Het boek is nu al te bestellen via de webshop van Boom Juridisch.

Download: flyer-de-zorgverzekering

Contact

Abdi Youssuf genomineerd voor de titel Patroon van het jaar 2019

Abdi Youssuf genomineerd voor de titel Patroon van het jaar 2019 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Abdi Youssuf-Ekelmans Advocaten
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Abdi Youssuf is genomineerd voor de titel Patroon van het jaar 2019.
Abdi begeleidt als patroon bij Ekelmans & Meijer twee jonge advocaten (advocaat-stagiaires) gedurende de eerste drie jaren van hun carrière.

Buitengewone patroon

Volgens de organisatie beschikt een buitengewone patroon over ‘uitstekende mondelinge- en schriftelijke communicatieve vaardigheden en het vermogen om adequaat feedback te geven. De patroon is integer, stressbestendig en toont betrokkenheid bij de beroepsopleiding van de stagiaire. Vanzelfsprekend heeft een goed patroon een eigen beeld over de inhoudelijke ontwikkeling van het vak en de ontwikkeling van de stagiaire tot een goede advocaat’.

Vertrouwen

Lieske de Vos herkende haar patroon direct in dit profiel. In haar nominatie prijst Lieske de manier waarop Abdi zijn enthousiasme voor het vak overdraagt en het vertrouwen dat hij haar geeft. De organisatie was direct overtuigd en heeft Abdi genomineerd voor de titel.

Verkiezing op 7 november 2019

Op 16 oktober is Abdi voor een zevenkoppige jury verschenen om zijn nominatie te verdedigen. Tijdens het Jonge Balie Congres op 7 november 2019 wordt bekend gemaakt wie zich ‘Patroon van het Jaar 2019’ mag noemen.

Contact

Bijeenkomst AVG en personenschade – Lastige privacy issues nader belicht

Bijeenkomst AVG en personenschade – Lastige privacy issues nader belicht 2560 1707 Ekelmans Advocaten
AVG en personenschade
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Bij het behandelen van letselschade worden veel (gevoelige) persoonsgegevens verwerkt. Omdat juist bij third party-verzekeringen er vaak geen contractuele relatie is met de betrokkene, en het in de regel ook nog eens over bijzondere persoonsgegevens gaat, duiken er bij letselschadebehandeling vaak ingewikkelde privacy issues op.

Op dinsdag 8 oktober 2019 lopen verzekeringsrecht-specialisten Astrid van Noort en Abdi Youssuf van Ekelmans & Meijer een aantal van de lastigste privacykwesties in letseldossiers voor verzekeraars langs tijdens de bijeenkomst AVG en personenschade bij de Insurance Academy van het Verbond van Verzekeraars. Daarbij behandelen zij concrete vragen van verzekeraars en schetsen een algemeen kader waar AVG-specialisten, privacyjuristen, compliance officers en letselschadebehandelaars van Verzekeraars in de praktijk mee aan de slag kunnen.

Mag een foto met medisch letsel in het technisch dossier worden bewaard? Als een Schade Aangifte Formulier (SAF) details bevat van een ooggetuige, hoe gaan we dan met die persoonsgegevens om? Kan een schaderegelingsbureau zonder toestemming van de benadeelde met zijn werkzaamheden aan de slag? Wat mag ik doen met het BSN van de benadeelde? Deze en soortgelijke vragen staan op 8 oktober centraal.

Meer informatie

Meer informatie vindt u op de website van het Verbond van Verzekeraars.

Wilt u graag eens doorpraten over privacy issues waar u tegenaan loopt, neem dan contact op met Astrid van Noort of Abdi Youssuf.

Contact

Nieuwe advocaat: Elieske Kallenberg

Nieuwe advocaat: Elieske Kallenberg 150 150 Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Elieske maakt deel uit van de sectie Verzekering en Aansprakelijkheid en houdt zich bezig met uiteenlopende verzekeringsrechtelijke kwesties.

Opleiding

Elieske heeft gestudeerd aan de Universiteit Leiden. Daar behaalde zij in 2017 haar bachelorsdiploma. In 2019 rondde zij de master Civiel recht cum laude af. Tijdens haar bachelor studeerde zij een semester aan de University of East Anglia in Norwich, Verenigd Koninkrijk.

Werkervaring

In augustus 2019 is Elieske beëdigd als advocaat. Tijdens haar studie heeft zij verschillende stages gelopen in de advocatuur en bij de Rechtbank Amsterdam. Daarnaast was Elieske onder meer actief als commissielid bij de faculteitsvereniging en als bestuurslid bij het Augustijns Theater. In 2018 heeft zij de theaterstichting Henk Speelt opgericht, een muziektheatercollectief in Leiden. Eerder behaalde Elieske haar propedeuse musicaltheater aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten.

Contact

Architect/constructeur en aannemer/bouwer in gelijke mate aansprakelijk

Architect/constructeur en aannemer/bouwer in gelijke mate aansprakelijk 2560 1709 Ekelmans Advocaten
Architect constructeur aannemer bouwer
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Een nieuw te bouwen school is voorzien van een stalen draagconstructie met betonnen vloeren. Onderdeel van het werk is een uitkraging van twee verdiepingen hoog, die gedragen wordt door vier stalen vakwerkspanten met diagonalen en boutverbindingen. Tijdens de bouw (ver)zakt deze uitkraging.

Onderzoek leert dat ‘slip in de boutverbindingen’ in de genoemde vakwerkspanten de oorzaak van de zakking is. De aannemer verhelpt de (ver)zakking/doorbuiging door de uitkraging op te vijzelen en de
boutverbindingen aan te passen. De procedure gaat over de vraag wie deze kosten moet dragen.

Klik hieronder voor de uitspraak van Raad van Arbitrage voor de Bouw  19-7-2018, No. 35772/36.020 rond dit geschil en de gastnoot die Frank Schaaf hierbij heeft geschreven.

Auteur

When are you entitled to immaterial compensation under Dutch law?

When are you entitled to immaterial compensation under Dutch law? 1000 465 Ekelmans Advocaten
immaterial compensation
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

The Dutch Supreme Court ruled on immaterial compensation. This time in a case involving a detainee who was placed under a too strict detention regime by the Dutch government.

In March this year, the Supreme Court ruled (again) on this question and this time in a case involving a detainee who was placed under a too strict detention regime by the Dutch government. It was already legally established that the state had acted unlawfully. But does that also mean that there is a right to compensation for immaterial damage claimed by the detainee?

This article discusses how compensation for immaterial damage is regulated by Dutch law and what kind of development you see at the Supreme Court.

The case

In 2013, the claimant was sentenced to life imprisonment. During his pre-trial detention, the claimant was placed in the so-called “Extra Secure Institution” (ESI). After the claimant objected to this at the Council for the Administration of Criminal Justice and Protection of Juveniles, it considered that his stay there was unjustified. He was then transferred to another institution.

For this unjustified stay (of 350 days) the State paid a fixed compensation based on the ground of fairness of €1.375,00. However, the detainee believed he was entitled to higher compensation. He claimed he had suffered immaterial damage and that he had been affected in his person by the unlawful stay. He had never felt safe there. This was due to the many physical examinations and the intimate, body searches. He also had experienced his stay as social isolation.

Mental injury

Under Dutch law, one can only claim compensation for immaterial damage if the law provides for this. This because of the legislator’s idea that a claim is only justified in serious cases. One of the legal bases can be found in Article 6:106 of the Dutch Civil Code, paragraph 1, sub b. According to that article, a right to compensation is foreseen if the injured person (i) has sustained a physical injury, (ii) has been compromised in his honor or good name or (iii) has been affected otherwise in his person.

In this case, there was no physical injury nor a compromising in his honor or good name, so the question here is whether or not the detainee had been affected otherwise in his person.

The Supreme Court already judged on this topic in other cases a few times earlier. According to the Supreme Court in 2002, it is not enough to speak of personal harm when there has been more or less strong mental discomfort or feeling hurt. The starting principle is that the existence of mental injury is established in court, which in general will only be the case if there is a disease recognized in psychiatry. A year later, the Supreme Court considers that in any case, the injured party must provide sufficient and specific information that shows that psychological damage has occurred in connection with the circumstances of the case, which requires that the existence of mental injury be established by objective standards.

Almost ten years later, in 2012, the Supreme Court ruled that an exception can be made to the principle that mental injury must be established in court, in connection with the serious severity of the violation of standards and the consequences thereof for the injured party.

Consequences for the injured party

Both the court of the first instance and the appeal court rejected the view of the claimant. The Court of Appeal considers if the exception to the principle that there must be mental injury occurred here. But in this case – according to the court – there were no grounds for accepting such an exception since the claimant had not furnished sufficient facts about the consequences that the stay in the ESI had for him.

Immaterial compensation for violation of a fundamental right?

In the appeal in cassation, the claimant complains, among other things, that there has been a violation of a fundamental right and that the Court of Appeal has misunderstood that in the event of a violation of certain rights, it must be assumed that immaterial harm has been suffered. After all, the unlawful deprivation of liberty is a serious (fundamental) violation of his privacy.

The Supreme Court does not agree with that. First, the Supreme Court repeats its earlier judgments. The Supreme Court then rules that when someone takes the position that he has been affected in his person, he must substantiate that with specific facts. However, the nature and seriousness of the violation of standards may – where appropriate – mean that the adverse consequences for the injured person are so obvious that an impairment in his person can be assumed.

However, impairment in his person as referred to in art. 6: 106 (1) (b) of the Dutch Civil Code, can not be assumed with only a violation of a fundamental right. Even then, there must be sufficient certainty about the consequences of that violation. Therefore, the above-mentioned complaint is unsuccessful.

In addition, the Supreme Court finds the Court of Appeal’s opinion that the claimant’s consequences of the breach of standards have not been established legally, not incomprehensible. The claimant must, therefore, be satisfied with the compensation of € 1.375,00.

Bron: Insurance Law Global

Contact

Nieuwe advocaat: Lieske de Vos

Nieuwe advocaat: Lieske de Vos 150 150 Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Lieske is werkzaam bij Ekelmans & Meijer op de sectie Verzekering en Aansprakelijkheid en staat verzekeraars bij in uiteenlopende aansprakelijkheidskwesties.

Lieske heeft haar bachelor rechtsgeleerdheid behaald in 2017 aan de Universiteit van Utrecht. Ze volgde tijdens haar bachelor zowel het toga- als het notariële traject. Gedurende haar bachelor nam zij deel aan het honours programme (Utrecht Law College). In 2018 rondde Lieske de master ‘Privaatrechtelijke Rechtpraktijk’ met goed gevolg af.

Gedurende haar studie heeft Lieske verschillende stages gelopen bij grote advocatenkantoren. Ook vervulde zij de rol van voorzitter binnen het bestuur van de notariële studievereniging Vevanos. Na het behalen van haar master trad Lieske in dienst bij de Universiteit Utrecht als Docent Privaatrecht. Naast deze werkzaamheden zet Lieske zich in als bestuurslid van de Stichting Home of Hope.

Contact

The Obstacle Criterion

The Obstacle Criterion 150 150 Ekelmans Advocaten
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

Dutch healthcare insurers provide three types of insurance. Under the in-kind contracted care policy, the insurer reimburses the provided care received by contracted care providers.

The insured can however still receive health care from non-contracted care providers, but –in that case – under Dutch law – the insurer does not have to reimburse all the costs. The Dutch Supreme Court recently issued an important ruling on this matter.

In-kind-contracted care policies

Generally, Dutch healthcare insurers provide three types of insurance: in-kind contracted care policies, restitution non- contracted care policies and the combined policy.

Under the in-kind care policy, the insurer reimburses the care received by the insured provided by a care provider that the insurer has a contract with. The insured are not entitled to reimbursement of the costs of the care provided, but to the care itself.

The restitution non-contracted care policies on the other hand, reimburse the costs of care given by the insured’s care provider of his/her own choice. These policies are usually more expensive.

Lastly, there is the combined policy, which is a combination of the aforementioned policies.

The in-kind-contracted care policy is central to this article.

Reimbursement for non-contracted care

As mentioned before, the insured with an in-kind contracted care policy is entitled to healthcare. To meet the obligation to provide care under these policies, insurers enter into agreements with care providers about the care or service to be provided and the price to be charged for it. This way insurers try to achieve savings on healthcare costs.

The insured can however still receive health care from non-contracted care providers. In accordance with article 13 of the Dutch Health Insurance Act insurers must give the insured reimbursement for non-contracted care. The insurers determine the amount of this reimbursement, as long as the reimbursement isn’t so low that it constitutes an obstacle for the insured to turn to a non-contracted health care provider of his/her choosing.

The court of appeal held that a general reimbursement of 75-80% of the market rates was regarded as a widely accepted practice standard of how low a reimbursement may be to not constitute an obstacle to be free in the choice of a care provider.[1] This judgment of the Court of Appeal has been upheld by the Dutch Supreme Court in2014.[2]

Despite that, a non-contracted healthcare provider tried his luck again and brought a case all the way before the highest Dutch Court. On June 7th 2019, The Dutch Supreme Court ruled on the matter.

Dutch Supreme Court Judgment on obstacle criterion

In this case, the insurer reimbursed 75% of the market rates for the healthcare provided by this particular healthcare provider. The healthcare provider, however, argued that this system was not fair. He maintained the opinion that the insurer was acting in breach of the ‘obstacle criterion’ enclosed in article 13 of the Dutch Health Insurance Act. Also, he took the position that the ‘obstacle criterion’ precludes a generic discount. Therefore, the healthcare provider was of the opinion that the insurer was only entitled to deduct a small amount for the extra administrative acts they had to carry out as a result of not having a contract with this healthcare provider.

The Dutch Supreme Court considers that article 13 of the Dutch Health Insurance Act speaks in general terms of “a reimbursement to be determined by the health insurer”. Furthermore, the explanatory memorandum of that act shows – according to the Dutch Supreme Court -that the health insurer has a great deal of freedom to determine the amount of the reimbursement as long as they do not act contrary to the “obstacle criterion’ and as long as they use the same method of calculation for each insured person who requires the same form of care or service.

Therefore, the Dutch Supreme Court rules that neither the explanatory memorandum of the Dutch Health Insurance Act nor the text in article 13 of the Act support the view that a health insurer may only reduce the reimbursement for non-contracted care by the (average) extra (administrative) costs they had to carry out because of the absence of a contract with the concerned health provider. According to the Dutch Supreme Court the latter view would also undermine the legislators’ desired system of Dutch in-kind care policies that differentiate between contracted and non-contracted care. Accepting the view of the healthcare provider would mean that even with the use of non-contracted care there would still be a right to an almost complete reimbursement, which was not the intention of the legislator.

According to the Dutch Supreme Court the complaint that the ‘obstacle criterion’ generally opposes a generic discount can also not be supported by the explanatory memorandum of the Dutch Health Insurance Act. Whether and to what extent the ‘obstacle criterion’ precludes a generic discount in certain cases can only be determined on the basis of concrete facts and circumstances.[3]

Reimbursement of 75% not (necessarily) an obstacle

This ruling of the Dutch Supreme Court is in line with the previous case law. Therefore, the health insurer is (still) entitled to determinate how much they reimburse under an in-kind contracted care policy in case of health care provided by non-contracted healthcare providers as long as they do not act contrary to the ‘obstacle criterion’. A general Reimbursement of 75% of the market rates on its own, is considered not to be an obstacle for the freedom of choice of a care provider.

[1] Court of Appeal Den Bosch, July 9th 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:2971.
[2] Dutch Supreme Court July 7th 2014, ECLI:NLHR:2014:1646.
[3] Dutch Supreme Court June 7th 2019, ECLI:NL:HR:2019:853.

Bron: Insurance Law Global

Auteur

Ekelmans & Meijer joins ILG expert-conference Cyber and Privacy in London

Ekelmans & Meijer joins ILG expert-conference Cyber and Privacy in London 1000 465 Ekelmans Advocaten
ILG Conference London
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

On 27 March 2019 insures from all over the world will come together in the Lloyd’s Building in London to be updated by international experts about the key issues regarding Cyber and Privacy in relation to the insurance sector.

This conference is organized by Insurance Law Global, an international network of insurance law firms that offers insurers top level law support for their international activities. Ekelmans & Meijer is a member of ILG.

Would you like to know more about ILG and what this international network can do for you? Please contact Frank Schaaf, partner Insurance at Ekelmans & Meijer.

Contact

Jan Ekelmans lecturer at the University of Amsterdam

Jan Ekelmans lecturer at the University of Amsterdam 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Jan Ekelmans-Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Jan Ekelmans, partner Insurance at Ekelmans & Meijer, will be the lecturer on the subject Evidence in the course Insurance law at the University of Amsterdam. This course combines in depth academic knowledge with practical solutions and is meant for professionals who address insurance issues in their daily work and want to deepen their knowledge.

All lecturers of the course are specialists. They have extensive academic and practical experience. Almost all of them obtained a Phd. Jan Ekelmans obtained his Phd on a thesis on obtaining information from physical and digital documents for the purpose of civil proceedings. Those who successfully follow the course will become certified insurance lawyers (CIL) or Certified Insurance Law Expert (CILE).

Jan Ekelmans: “I am delighted to be part of this course. All lecturers are well experienced and offer participants a course of high standards. Sharing knowledge with professionals and learning from each other is very rewarding. I look forward to the course starting in September 2019.”

Contact

Ekelmans Advocaten N.V. gebruikt noodzakelijke en analytische cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo goed mogelijk functioneert en om het gebruik van onze website te analyseren en te verbeteren. Wij gebruiken geen cookies voor marketingdoeleinden. Lees hier meer over in onze privacyverklaring en cookieverklaring