Een woningbezitter wil bij een geschil met zijn aannemer gebruikmaken van de rechtsbijstandsverzekering van verzekeraar Interpolis. Interpolis ziet echter geen kans van slagen in de zaak en wil geen rechtsbijstand verlenen. De man stapt naar het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid), maar haalt daar bakzeil.
Frederike Rijpkema licht de zaak toe.
Wat is er gebeurd?
Het geschil heeft te maken de verbouwing van het huis van de verzekerde. Volgens de woningbezitter heeft de aannemer voorafgaand aan de werkzaamheden geen constructieberekening laten zien met betrekking tot het verwijderen van een draagbalk. Daarnaast is hij niet tevreden over de manier waarop de werkzaamheden zijn uitgevoerd. Hij vraagt Interpolis om rechtsbijstand, maar die ziet geen redelijke kans van slagen om de aannemer aan te spreken. Volgens Interpolis moet de woningbezitter voldoende kunnen onderbouwen dat er gebreken zijn. De woningbezitter dient een klacht in bij de interne geschillenregeling van Interpolis en neemt intussen zelf contact op met de aannemer om het geschil op te lossen.
De verzekerde stapt naar Kifid
Volgens de woningbezitter is Interpolis tekortgeschoten in de uitvoering van de rechtsbijstand. De behandeling van de zaak is stilgelegd in afwachting van de uitkomst van de geschillenregeling. Hierdoor moest de man zelf contact opnemen met de aannemer, waardoor hij extra kosten maakte. Volgens de man heeft Interpolis hem geadviseerd om er zelf met de aannemer uit te komen. De partijen komen er onderling niet uit en de man stapt naar Kifid (Klachteninstituut Financiële Dienstverlening).
Kifid: Interpolis adviseerde verzekerde niét om het met de aannemer zelf op te lossen
“Het staat vast dat tussen de verzekerde en de behandelaar een verschil van mening is ontstaan over het advies van de verzekeraar over de haalbaarheid van de zaak. Interpolis heeft de gebruikelijke geschillenregeling aangeboden en de woningbezitter heeft meegedeeld daarvan gebruik te maken. De behandeling van de zaak is in afwachting van een second opinion aangehouden. Uiteindelijk heeft de second opinion niet plaatsgevonden, omdat de man het geschil met de aannemer zelf heeft opgelost. Hij geeft aan dat hij dit heeft gedaan op advies van de uitvoerder. De commissie kan echter uit de stukken niet afleiden dat Interpolis hem het advies heeft gegeven om de aannemer te benaderen om tot een oplossing te komen, daarnaast kan de man deze stelling niet verder onderbouwen”, aldus de geschillencommissie. De geschillencommissie onderkent dat de reactie van Interpolis richting de man door drukte langer heeft geduurd dan normaal. Dit betekent nog niet dat Interpolis verplicht is de gestelde schade te vergoeden. Overigens was de woningbezitter al met de aannemer tot een oplossing gekomen. De beslissing om contact op te nemen met de aannemer moet dan ook los worden gezien van het feit dat Interpolis een langere termijn hanteerde om te reageren.
“Hoewel de commissie begrijpt dat de consument een snelle oplossing wenste, kan de keuze om de aannemer zonder overleg met de uitvoerder te benaderen en de daardoor gemaakte extra kosten niet worden afgewenteld op de uitvoerder”, zo stelt de geschillencommissie. Ze komt dan ook tot de slotsom dat de uitvoerder niet toerekenbaar tekort is geschoten in de uitvoering van de rechtsbijstand. De uitspraak is bindend.
Redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot
Hoewel de commissie dit niet expliciet heeft benoemd dient het handelen van de rechtsbijstandsverlener te worden getoetst aan de maatstaf ‘redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot’. Dat de verzekeraar een langere reactietermijn hanteerde dan gebruikelijk maakt volgens de commissie nog niet dat hij daarmee tekort is geschoten. Deze situatie leidde namelijk niet tot de hogere kosten voor de woningbezitter. Volgens de commissie heeft dat namelijk te maken met het feit dat hij zonder overleg met de verzekeraar op eigen houtje (ongunstige) afspraken heeft gemaakt met de aannemer. Deze hogere kosten kunnen niet worden afgewenteld op de rechtsbijstandsverlener. De zaak was misschien anders afgelopen als de woningbezitter kon aantonen dat de verzekeraar hem had geadviseerd om er onderling met aannemer uit te komen. De commissie was dan mogelijk tot de conclusie gekomen dat de verzekeraar zelf de regie had moeten nemen om zo gunstig mogelijke afspraken te maken met de aannemer.
Deze bijdrage van advocaat Frederike Rijpkema verscheen eerder (in gewijzigde vorm) op AMweb.
Meer weten over verzekeringsrecht?
U acteert in een snel veranderende wereld. Onze verzekeringsspecialisten kennen de details van uw markt. Uw werkterrein laat zich niet in één activiteit of in één juridisch deelgebied vangen. Daarom staan advocaten met verschillende aandachtsgebieden klaar om u te adviseren.
Ons team Verzekering behartigt de belangen van grote en gespecialiseerde verzekeraars en hun verzekerden. Wij houden ons bezig met aansprakelijkheidsrecht en verzekeringsrecht in de breedste zin van het woord en werken voor zorgverzekeraars, schadeverzekeraars en levensverzekeraars.
Auteur
Frederike Rijpkema behandelt als advocaat uiteenlopende verzekeringsrechtelijke kwesties. Zo houdt zij zich bezig met aansprakelijkheidszaken, dekkingsgeschillen en beroepsaansprakelijkheidszaken voor verzekeraars.