Een overeenkomst tussen een advocaat en een consument met daarin alleen een uurtarief vermeld en verder niets, is niet ‘duidelijk en begrijpelijk’, volgens het Hof van Justitie van de EU. Zo’n tariefbeding kán ook ‘oneerlijk’ zijn. Een ‘oneerlijk’ beding kan worden vernietigd. Wie zo’n afspraak maakt en achteraf een factuur stuurt, loopt dan ook het risico dat de consument de rekening niet hoeft te betalen. Aan welke eisen moet een prijsafspraak voldoen?
HvJ EU 12 januari 2023, ECLI:EU:C:2023:14, Zaak C-395/21)
De feiten: een uurtarief van €100 en een rekening van €13.000
Een Litouwse advocaat sluit met een consument vijf overeenkomsten voor juridische dienstverlening. In elk contract staat dat zijn uurtarief €100 is. Er is geen begroting vooraf gemaakt en er wordt niet tussentijds gedeclareerd. De advocaat verleent in 2018-2019 juridische diensten. In maart 2019 valt er een nota van bijna €13.000 euro op de mat bij de cliënt. De cliënt weigert de hele rekening te voldoen.
De advocaat vordert betaling bij de Litouwse rechter. De rechtbank oordeelt dat het kostenbeding onduidelijk en ‘oneerlijk’ is. Hij halveert het bedrag van de nota’s. In hoger beroep wordt de uitspraak bekrachtigd. De advocaat stelt cassatieberoep in.
Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU
Het cassatiehof stelt meerdere vragen aan het Hof van Jusitie van de EU (HvJ EU) over de toepassing van de Richtlijn Oneerlijke Bedingen (‘RL 93/13’). Het HvJ EU noemt vijf stappen. In Deel A bespreek ik de vijf stappen uit het arrest. In Deel B betrek ik dit arrest op de situatie in Nederland.
Deel A: De vijf stappen van het HvJ EU
1. Kernbeding
Elk standaardcontract waarover niet is onderhandeld, kent twee typen bedingen: kernbedingen en algemene voorwaarden. Een kernbeding gaat over de kern van de prestatie van partijen. Het betalen van een uurtarief, vormt vaak de kern van de prestatie van de consument als hij een dienst afneemt. Het uurtarief is daarom een ‘kernbeding’ (art. 4 lid 2 RL).
Kernbedingen én algemene voorwaarden moeten steeds duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Dit is de transparantie-eis van art. 5 RL.
2. Een uurtarief zónder verdere informatie is niet duidelijk
Een contract dat een uurtarief noemt, lijkt duidelijk. Volgens het HvJ EU is zo’n beding tóch niet transparant:
- Of een beding duidelijk en begrijpelijk is, hangt af van alle omstandigheden rond het sluiten van het contract.
- De consument moet vóórdat hij de overeenkomst sluit, informatie krijgen waarmee hij de financiële consequenties van de overeenkomst voor hem kan inschatten.
- Dat kan een consument niet (goed) doen met alleen een uurtarief zonder verdere informatie. Zo’n prijsafspraak is dus niet duidelijk.
3. Welke prijsafspraak is wél duidelijk?
Een advocaat kan vaak moeilijk voorspellen hoeveel een zaak zal kosten. Soms is dat zelfs onmogelijk. Tóch moet hij de consument, vóórdat hij een overeenkomst sluit, in staat stellen bij benadering de totale kosten te ramen. Het HvJ EU geeft twee opties:
- De advocaat geeft een raming van het voorzienbare (minimale) aantal uren dat nodig is om een bepaalde dienst te verlenen; of
- Hij verplicht zich om regelmatig tussentijds te factureren en verslag te doen van het aantal gemaakte werkuren.
4. Een onduidelijk beding kán oneerlijk zijn
Niet élk onduidelijk kostenbeding is meteen ook ‘oneerlijk’. De nationale rechter moet beoordelen of een onduidelijk kernbeding ‘oneerlijk’ is op grond van art. 3 lid 1 RL. De omstandigheden van het geval zijn bepalend: is de goede trouw nageleefd? En is er sprake van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht in het contract in het nadeel van de consument? Ook het gebrek aan transparantie is één van de factoren.
Een Lidstaat kán er trouwens voor kiezen te bepalen dat een onduidelijk beding automatisch ook een ‘oneerlijk’ beding is. Litouwen heeft dat bepaald. Nederland niet.
5. Wat moet de rechter doen als een tariefbeding ‘oneerlijk’ is?
Het HvJ EU zet uiteen wat de rechter moet doen als een tariefbeding oneerlijk is.
a. De rechter moet een oneerlijk beding buiten toepassing laten, tenzij de consument zich daartegen verzet.
b. Dit kan ertoe leiden dat de advocaat geen vergoeding voor zijn diensten ontvangt.
c. Uitsluitend wanneer de consument uiterst nadelige gevolgen zou ondervinden van de nietigverklaring van de héle overeenkomst, dan mag de rechter het tariefbeding vervangen door:
- een nationale bepaling van aanvullend recht, of
- een nationale bepaling waarover de partijen bij de betrokken overeenkomst het eens zijn dat zij wordt toegepast. Die bepaling moet steeds specifiek zijn bedoeld om te worden toegepast op consumentenovereenkomsten.
d. De nationale rechter mag het nietige tariefbeding niet vervangen door een eigen raming. Anders zou de afschrikwekkende werking van de richtlijn op de tocht komen te staan.
Deel B: Wat betekent deze uitspraak nu voor het Nederlandse recht?
Een onduidelijk kernbeding
De rechter kan in Nederland toetsen of algemene voorwaarden ‘onredelijk bezwarend’ zijn (art. 6:233-a BW). Ook kernbedingen die niet duidelijk en begrijpelijk zijn, kan de rechter toetsen (art. 6:231-a jo. art. 6:233-a BW). Als ze onredelijk bezwarend zijn, kan hij deze bedingen ook vernietigen.
Een uurtarief kán onredelijk bezwarend zijn
Met het arrest van het HvJ EU staat vast dat een contract, dat alleen een uurtarief vermeldt en verder geen enkele indicatie geeft van de te verwachten kosten,onduidelijk is.
Het Nederlandse recht bepaalt niet dat een onduidelijk (kosten)beding ook meteen onredelijk bezwarend is. Een uurtarief zonder verdere kostenindicatie staat niet op de Zwarte, Grijze of Blauwe lijst. Die lijsten geven voorbeelden van oneerlijke bedingen. De rechter zal dus moeten beoordelen of een concreet uurtarief onredelijk bezwarend is aan de hand van alle omstandigheden.
Wat moet de Nederlandse rechter doen met een oneerlijk uurtarief?
Als de rechter oordeelt dat dat beding onredelijk bezwarend is, moet hij het buiten toepassing laten. Dat leidt ertoe dat de advocaat geen aanspraak maakt op betaling van zijn rekening. Nederland kent namelijk geen specifieke regeling voor consumenten voor dat soort gevallen.
De al geleverde rechtsbijstand, kan uit zijn aard niet meer ongedaan worden gemaakt. Art. 6:210 lid 2 BW bepaalt voor dat geval dat, voor zover dit redelijk is, een vergoeding van de waarde van de prestatie daarvoor in de plaats treedt. Dit is alleen géén specifieke regeling voor declaratiegeschillen met een consument.
Nederland kent zo’n regeling niet. Per 1 januari 2015 is de begrotingsprocedure voor advocatensalarissen in de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken (WTBZ) afgeschaft. Dit betekent dat de raden van de Orde niet meer bevoegd zijn tot het beoordelen van de redelijkheid van de declaraties. In het reglement van de Geschillencommissie Advocatuur is evenmin een regeling op genomen voor een alternatieve kostenraming. Zodoende is de civiele rechter bevoegd om te oordelen over declaraties in elk soort zaken.
Checklist
Het is dus van groot belang om duidelijke prijsafspraken te maken:
- Omschrijf in de opdracht zoveel mogelijk de te verrichten werkzaamheden;
- Noem voor een consument niet alleen het uurtarief inclusief btw, maar geef waar mogelijk ook een raming van het voorzienbare (minimale) aantal uren dat nodig is om een bepaalde dienst te verlenen, en de bijbehorende kosten;
- Deel zo mogelijk de dienstverlening op in verschillende fasen.
- Als vooraf geen begroting valt te geven, is het een optie om af te spreken dat regelmatig tussentijds wordt gefactureerd en verslag wordt gedaan van het aantal gemaakte werkuren (‘de specificatie’).
Meer weten over cassatie?
Voert u een procedure in hoger beroep en verwacht u dat de zaak bij de Hoge Raad zal komen? Dan is het slim om nu alvast advies in te winnen bij een cassatie-advocaat over uw kans van slagen als u uw zaak voorlegt aan de Hoge Raad.
Ekelmans Advocaten heeft een hoog aangeschreven cassatiepraktijk. De betrokkenheid van onze advocaten leidt geregeld tot belangwekkende arresten van de Hoge Raad.
Onze advocaten Cassatie en Expert Litigation zijn procesrechtelijke experts, die de grote lijnen inzichtelijk maken en in de finesses scherpte brengen.
We verzenden ook een nieuwsbrief Civiele Procespraktijk naar onze contacten. Interesse? Dan ontvangen we graag uw inschrijving.
Auteur
Marieke van der Keur is een ervaren cassatieadvocaat. Daarnaast staat zij advocaten bij in beroepsaansprakelijkheidszaken. Ook adviseert zij advocaten als ‘lawyer-to-lawyer’, bijvoorbeeld in complexe of principiële zaken waarin partijen tijdig op een cassatie willen voorsorteren.