De Hoge Raad geeft regels voor een wrakingsverzoek

De Hoge Raad geeft regels voor een wrakingsverzoek

De Hoge Raad geeft regels voor een wrakingsverzoek 525 400 Ekelmans Advocaten
Röntgenfoto
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes

Wanneer kan een rechter met succes worden gewraakt? De Hoge Raad geeft duidelijkheid in een zaak waarin een tuchtrechter werd gewraakt, omdat hij de aangeklaagde dokter kende via een werkgroep. Met een aantal criteria geeft deze uitspraak richting voor toekomstige wrakingsverzoeken.

HR 17 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:87

De Casus: wraking in een tuchtzaak

Een patiënt dient een tuchtklacht in tegen haar radioloog bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG). Zij wraakt een lid van het Tuchtcollege. De patiënt stelt, dat het lid van het CTG een bekende is van haar radioloog. Beiden maakten deel uit van dezelfde werkgroep Tuchtrecht binnen het vakgebied radiologie. Zij zagen elkaar ieder jaar bij de jaarlijkse bijeenkomst van deze werkgroep. De wrakingskamer van het CTG wijst het verzoek tot wraking toe.

Cassatie in het belang der wet

A-G Valk stelt cassatie in het belang der wet in tegen deze uitspraak. De A-G eist dat de HR de beslissing van de wrakingskamer van het CTG in het belang der wet vernietigt. Dit betekent dat de uitspraak van de HR geen gevolgen heeft voor de partijen in de procedure; de uitspraak is vooral van belang voor de rechtsontwikkeling.

Wraking: de subjectieve en objectieve toets op partijdigheid

Een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen. Wanneer daarvan sprake is, blijkt uit rechtspraak van het EHRM over art.  6 lid 1 EVRM. Dat artikel eist toegang tot een onpartijdige rechter.

Het EHRM onderscheidt een subjectieve en een objectieve toets:

  • De subjectieve toets gaat over de persoon van de rechter: blijkt uit diens overtuiging of gedrag vooringenomenheid?
  • De objectieve toets gaat over de vraag, of de partij die de rechter wraakt een objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid Relevant is of de rechter verschillende functies binnen de gerechtelijke procedure bekleedt. Ook is van belang of er banden bestaan tussen de rechter en andere personen die betrokken zijn bij de zaak. In dit opzicht is ook de schijn van vooringenomenheid van belang. Daarom kan openheid over eventuele banden aan het begin van de procedure vereist zijn.

De uitzondering van het EHRM voor ‘beperkte rechtsgebieden’

Het EHRM heeft meermaals geoordeeld dat klachten over vooringenomenheid het rechtssysteem niet mogen verlammen. In ‘kleine jurisdicties’ kunnen al te strenge normen bij de beoordeling van die klachten de rechtsbedeling onnodig belemmeren, volgens het EHRM. Het EHRM had het over ‘kleine landen’, maar volgens de HR geldt hetzelfde voor rechtspraak op ‘specifieke rechtsgebieden’, zoals tuchtrechtspraak waar specifieke deskundigheid is vereist.

Is vrees voor vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd?: criteria

Of de procespartij die de rechter wraakt een vrees voor vooringenomenheid heeft die objectief gerechtvaardigd is, hangt volgens de HR af van de omstandigheden van het geval, zoals:

  • de aard van de procedure
  • de wettelijke en buitenwettelijke normen over verschoning en wraking, waaronder normen van het tuchtcollege in kwestie
  • de aard en intensiteit van de verhouding tussen een lid van een tuchtcollege en een andere betrokkene in de procedure
  • de positie van die andere betrokkene in de procedure (bijvoorbeeld: procespartij of overige procesdeelnemer),
  • het belang van specifieke deskundigheid in het tuchtcollege met het oog op de te beoordelen klacht,
  • of die specifieke deskundigheid op andere wijze in de procedure kan worden gewaarborgd
  • de omvang van de groep van mogelijke deskundige leden-beroepsgenoten, en
  • of openheid is betracht over omstandigheden die aanleiding zouden kunnen zijn voor de schijn van vooringenomenheid.

Hoge Raad: de wrakingsbeslissing van het CTG blijft in stand

Volgens de HR heeft het CTG in deze zaak de juiste maatstaf vooropgesteld. De wrakingsrechter komt een ruime beoordelingsvrijheid toe.

In dit geval was de basis voor het wrakingsverzoek dat het gewraakte
lid van het CTG én de aangeklaagde radioloog sámen deelnemen aan een kleine werkgroep die tuchtrechtelijke uitspraken bespreekt.
Volgens de HR mocht het CTG het wrakingsverzoek toewijzen op die ene grond. Maar dit betekent volgens de HR niet dat een wrakingsverzoek in die situatie altijd móet worden toegewezen. Een wrakingskamer heeft dus een ruime vrijheid.

 

Meer weten over cassatie?

Voert u een procedure in hoger beroep en verwacht u dat de zaak  bij de Hoge Raad zal komen? Dan is het slim om nu alvast advies in te winnen bij een cassatie-advocaat over uw kans van slagen als u uw zaak voorlegt aan de Hoge Raad.

Ekelmans Advocaten heeft een hoog aangeschreven cassatiepraktijk. De betrokkenheid van onze advocaten leidt geregeld tot belangwekkende arresten van de Hoge Raad.

Onze advocaten Cassatie en Expert Litigation zijn procesrechtelijke experts, die de grote lijnen inzichtelijk maken en in de finesses scherpte brengen.

We verzenden ook een nieuwsbrief Civiele Procespraktijk naar onze contacten. Interesse? Dan ontvangen we graag uw inschrijving.

Marieke van der Keur is een ervaren cassatieadvocaat. Daarnaast staat zij advocaten bij in beroepsaansprakelijkheidszaken. Ook adviseert zij advocaten als ‘lawyer-to-lawyer’, bijvoorbeeld in complexe of principiële zaken waarin partijen tijdig op een cassatie willen voorsorteren.

Ekelmans Advocaten N.V. gebruikt noodzakelijke en analytische cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo goed mogelijk functioneert en om het gebruik van onze website te analyseren en te verbeteren. Wij gebruiken geen cookies voor marketingdoeleinden. Lees hier meer over in onze privacyverklaring en cookieverklaring