Youssuf

Hoe strak ga je om met de dekkingsuitsluiting wegens persoonlijke bevoordeling?

Hoe strak ga je om met de dekkingsuitsluiting wegens persoonlijke bevoordeling? 525 400 Ekelmans Advocaten
Best practice dekkingsuitsluiting
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes

Wat gebeurt er als een zaak wordt geschikt voordat een rechter vonnis wijst – zoals vaak het geval is – en dus ook voordat definitief komt vast te staan dat de verzekerde bestuurder zich schuldig heeft gemaakt aan persoonlijke bevoordeling? Dit is een van de vraagstukken die tijdens de Ronde tafel-bijeenkomst op donderdag 5 oktober aan bod zal komen.

De meeste bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeringen kennen een bepaling waarmee aanspraken, die voortvloeien of verband houden met persoonlijke bevoordeling, worden uitgesloten van dekking.

Vaak staat in de polisvoorwaarden dat de verzekeraar alleen beroep kan doen op deze uitsluiting als het definitief is vastgesteld dat de verzekerde zich hieraan schuldig heeft gemaakt.

Meestal zal dat pas het geval zijn als de rechter vonnis wijst. De verzekeraar maakt in die gevallen een voorbehoud, maar blijft vaak de kosten van verweer al dan niet voor een deel betalen.

Wat gebeurt er als de zaak wordt geschikt voordat een rechter vonnis wijst – zoals vaak het geval is – en dus ook voordat definitief komt vast te staan dat de verzekerde bestuurder zich schuldig heeft gemaakt aan persoonlijke bevoordeling?

Ronde tafel bestuurdersaansprakelijkheid

Vraagstukken op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid en persoonlijke bevoordeling

Over onder andere dit vraagstuk gaan we tijdens de Ronde tafel-bijeenkomst op donderdag 5 oktober met elkaar in gesprek. Het belooft een informatieve en inspirerende sessie te worden waarin D&O-professionals bij verschillende verzekeraars best practices delen en de uitdagingen bij de behandeling van claims op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid bespreken. Nieuwsgierig naar de best practices op het gebied van D&O en dekking? Schrijf je dan nu in om deze bijeenkomst bij te wonen.

Bekijk het programma

Recente zaak

Recent hebben de rechtbank Rotterdam (ECLI:NL:RBROT:2021:10335) en het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2023:1528) geoordeeld over hoe om te gaan met schikkingen die zien op gedekte en niet gedekte aanspraken.

Een curator sprak bij AIG verzekerde bestuurders aan vanwege onbehoorlijk bestuur bestaande uit zes concrete verwijten. Eén van die verwijten was dat de bestuurders ten onrechte management fee’s in rekening brachten bij de failliete vennootschap.

AIG wijst de bestuurders er op dat de aanspraken van de curator vanwege de ten onrechte in rekening gebrachte management fee’s zijn uitgesloten, omdat sprake is van persoonlijke bevoordeling.

Uiteindelijk treffen de bestuurders een schikking met de curator voor € 300.000,- ten aanzien van alle aan hen gemaakte verwijten. Toevallig komt het schikkingsbedrag nagenoeg overeen met de vordering van de curator vanwege ten onrechte in rekening gebrachte management fee’s.

AIG weigert de bestuurders onder de polis te compenseren, omdat zij meent dat het geen toevalligheid is dat het schikkingsbedrag overeenkomt met de aanspraak van de curator vanwege de onterecht in rekening gebrachte management fee’s. AIG meent dat de schikking vooral betrekking heeft op de uitgesloten persoonlijke bevoordeling door de bestuurders en dat zij die dus niet hoef te vergoeden.

Conclusie van de rechtbank

De rechtbank wijst de vordering van de bestuurders toe. De rechtbank concludeert namelijk dat de schikking op alle geschilpunten ziet en niet alleen op de discussie over de onterecht in rekening gebrachte management fee’s. In hoger beroep oordeelt het hof dat de schikking weliswaar op alle geschilpunten ziet, maar dat uit de toepasselijke polisvoorwaarden volgt dat het schikkingsbedrag slechts gedeeltelijk en naar evenredigheid gedekt is wanneer er sprake is van gedekte en niet gedekte aanspraken. Het hof stelt AIG in de gelegenheid om bij akte nader toe te lichten welke percentage van het schikkingsbedrag volgens haar betrekking heeft op een van dekking uitgesloten verwijt.

Kom naar de Ronde tafel-bijeenkomst bij ons op kantoor

Dergelijke procedures tussen bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeraars en hun verzekerden zijn zeldzaam, maar de vraagstukken die hieraan ten grondslag liggen kom je in de D&O-praktijk regelmatig tegen. Daarom nodigen we je uit om met ons en andere professionals die zich bezighouden met bestuurdersaansprakelijkheid hierover te spreken tijdens onze Ronde tafel-bijeenkomst op donderdag 5 oktober a.s.

Auteur

Abdi Youssuf houdt zich in het bijzonder bezig met bestuurders-, beroepsaansprakelijkheid en vraagstukken rondom privacyrecht en verzekeringen. Verzekeraars vertrouwen Abdi zaken toe waar zij zelf niet goed uitkomen. Juist dan is Abdi op zijn best: hij speurt naar onconventionele ideeën of gaat opnieuw met wederpartijen in gesprek. Dit heeft al meerdere malen geleid tot creatieve oplossingen in zaken die voor anderen kansloos leken.

Ekelmans Advocaten, hét kantoor voor bestuurdersaansprakelijkheidszaken

Ekelmans Advocaten is gespecialiseerd in het verlenen van rechtsbijstand aan bestuurders en commissarissen. Zo staan wij regelmatig, al dan niet in opdracht van D&O-verzekeraars, bestuurders en commissarissen bij die persoonlijk worden aangesproken (of dreigen te worden aangesproken) tot betaling van schadevergoeding. Ook adviseren wij D&O-verzekeraars ook over dekkingskwesties.

Kom je ook naar de ronde tafel-bijeenkomst over bestuurdersaansprakelijkheid?

Kom je ook naar de ronde tafel-bijeenkomst over bestuurdersaansprakelijkheid? 788 600 Ekelmans Advocaten
Ronde tafel bestuurdersaansprakelijkheid
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes

Op donderdag 5 oktober a.s. organiseert Ekelmans Advocaten een ronde tafel-bijeenkomst, speciaal voor D&O professionals bij verzekeraars. Daan SpoormansAbdi Youssuf en Mark van Benthem nemen je mee in de verzekeringsrechtelijke aspecten van D&O en de speelruimte die het wettelijke kader en polisvoorwaarden bieden. Meld je nu aan!

Het gaat daarbij dus niet om de juridische theorie of het vergelijken van polisvoorwaarden, maar hoe je in de praktijk om gaat met die ‘speelruimte’.

Professionals van verschillende D&O-verzekeraars komen samen om met elkaar best practices te delen en de uitdagingen bij de behandeling van claims op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid te bespreken.

Uiteraard is er voldoende gelegenheid om elkaar beter te leren kennen tijdens een informele borrel.

Thema en onderwerpen

Het thema van deze interactieve middag is:

‘D&O en dekking; best practices voor D&O-professionals bij verzekeraars’.

Onderwerpen en vragen die onder meer aan de orde kunnen komen zijn:

Keuze advocaat

  • In welke gevallen schakel je een externe advocaat in? En in welk stadium?
  • Hoeveel vrijheid geef je aan een verzekerde om zelf zijn advocaat te kiezen? En in welke gevallen schakel je dan als verzekeraar een externe ‘monitoring-counsel’ in?

Dekkingsuitsluitingen

  • Hoe strak ga je om met de dekkingsuitsluiting wegens persoonlijke bevoordeling? Is het bijvoorbeeld voldoende dat een rechtshandeling ten faveure van de rechtspersoon paulianeus is geweest of moet de verzekerde daadwerkelijk zichzelf hebben verrijkt of in ieder geval dat hebben beoogd?
  • Hoe wordt omgegaan met een dekkingsuitsluiting wegens een vermogensdelict; wordt daar in de praktijk een beroep op gedaan? En wordt in dat kader de bijstand betrokken van een specialist in het strafrecht?

Vergoeding van kosten van advocaat

  • Hoe ga je om met de vergoeding van advocaatkosten indien niet alleen de bestuurder als natuurlijk persoon, maar ook de tussenliggende houdstermaatschappij (vgl. artikel 2:11 BW) als bestuurder wordt aangesproken (die niet onder de dekking valt). Worden alle kosten van verweer gedekt of slechts – bijvoorbeeld – de helft?
  • Hoe wordt voorkomen dat derden beslag leggen onder de polis?
  • Indien de verzekeraar advocaatkosten heeft vergoed en later geen dekking blijkt te hebben bestaan; worden de gemaakte kosten in de praktijk van de verzekerde ook daadwerkelijk teruggevorderd?

Tijdens deze middag is er voldoende ruimte voor de inbreng van een interessante casus of vragen. Heb je inhoudelijke vragen die je graag onder de aandacht wil brengen? Laat dit dan gerust aan ons weten.

Gespreksleiders tijdens deze middag

Mark van Benthem

Mark van Benthem staat voornamelijk ondernemingen en (verzekerde) bestuurders bij. Hij richt zich in het bijzonder op het snijvlak tussen arbeidsrecht en ondernemingsrecht, zoals bestuurdersaansprakelijkheid. Zo treedt hij op voor bestuurders wanneer hen wordt verweten dat zij hun taak onbehoorlijk hebben vervuld.

Mark van Benthem-Ekelmans Advocaten

Abdi Youssuf

Abdi Youssuf houdt zich in het bijzonder bezig met bestuurders-, beroepsaansprakelijkheid en vraagstukken rondom privacyrecht en verzekeringen. Verzekeraars vertrouwen Abdi zaken toe waar zij zelf niet goed uitkomen. Juist dan is Abdi op zijn best: hij speurt naar onconventionele ideeën of gaat opnieuw met wederpartijen in gesprek. Dit heeft al meerdere malen geleid tot creatieve oplossingen in zaken die voor anderen kansloos leken.

Abdi Youssuf-Ekelmans Advocaten

Daan Spoormans

Daan Spoormans voert veelvuldig verweer namens bestuurders of commissarissen die een onjuist management of toezicht wordt verweten. Hij heeft reeds enkele tientallen bestuurders en commissarissen in veiligheid gebracht, terwijl het nog niet is voorgekomen dat een bestuurder of commissaris door een rechter is veroordeeld tot betaling van een aanspraak waartegen Daan verweer voerde.

Daan Spoormans-Ekelmans Advocaten

Ekelmans Advocaten, hét kantoor voor bestuurdersaansprakelijkheidszaken

Ekelmans Advocaten is gespecialiseerd in het verlenen van rechtsbijstand aan bestuurders en commissarissen. Zo staan wij regelmatig, al dan niet in opdracht van D&O-verzekeraars, bestuurders en commissarissen bij die persoonlijk worden aangesproken (of dreigen te worden aangesproken) tot betaling van schadevergoeding. Ook adviseren wij D&O-verzekeraars ook over dekkingskwesties.

Abdi Youssuf: de meest gedreven patroon

Abdi Youssuf: de meest gedreven patroon 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Abdi Youssuf-Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Wij zijn trots op Abdi! “De meest gedreven patroon” aldus de jury voor de verkiezing van patroon van het jaar.

En: onze gelukwensen aan de Patroon van het jaar Annemieke Hazelhoff.

Abdi Youssuf, advocaat verzekeringsrecht, begeleidt als patroon bij Ekelmans & Meijer jonge advocaten (advocaat-stagiaires) gedurende de eerste drie jaren van hun carrière.

Coaching en opleiding van onze jonge advocaten is voor ons kantoor prioriteit. Een kwalitatief goede patroon levert daaraan een belangrijke bijdrage. Wij zien de nominatie van Abdi als een erkenning van zijn kwaliteiten. En: naast een goede patroon en een fantastische kantoorgenoot is Abdi een zeer goede advocaat met een succesvolle praktijk!

Contact

Abdi Youssuf genomineerd voor de titel Patroon van het jaar 2019

Abdi Youssuf genomineerd voor de titel Patroon van het jaar 2019 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Abdi Youssuf-Ekelmans Advocaten
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Abdi Youssuf is genomineerd voor de titel Patroon van het jaar 2019.
Abdi begeleidt als patroon bij Ekelmans & Meijer twee jonge advocaten (advocaat-stagiaires) gedurende de eerste drie jaren van hun carrière.

Buitengewone patroon

Volgens de organisatie beschikt een buitengewone patroon over ‘uitstekende mondelinge- en schriftelijke communicatieve vaardigheden en het vermogen om adequaat feedback te geven. De patroon is integer, stressbestendig en toont betrokkenheid bij de beroepsopleiding van de stagiaire. Vanzelfsprekend heeft een goed patroon een eigen beeld over de inhoudelijke ontwikkeling van het vak en de ontwikkeling van de stagiaire tot een goede advocaat’.

Vertrouwen

Lieske de Vos herkende haar patroon direct in dit profiel. In haar nominatie prijst Lieske de manier waarop Abdi zijn enthousiasme voor het vak overdraagt en het vertrouwen dat hij haar geeft. De organisatie was direct overtuigd en heeft Abdi genomineerd voor de titel.

Verkiezing op 7 november 2019

Op 16 oktober is Abdi voor een zevenkoppige jury verschenen om zijn nominatie te verdedigen. Tijdens het Jonge Balie Congres op 7 november 2019 wordt bekend gemaakt wie zich ‘Patroon van het Jaar 2019’ mag noemen.

Contact

Bijeenkomst AVG en personenschade – Lastige privacy issues nader belicht

Bijeenkomst AVG en personenschade – Lastige privacy issues nader belicht 2560 1707 Ekelmans Advocaten
AVG en personenschade
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Bij het behandelen van letselschade worden veel (gevoelige) persoonsgegevens verwerkt. Omdat juist bij third party-verzekeringen er vaak geen contractuele relatie is met de betrokkene, en het in de regel ook nog eens over bijzondere persoonsgegevens gaat, duiken er bij letselschadebehandeling vaak ingewikkelde privacy issues op.

Op dinsdag 8 oktober 2019 lopen verzekeringsrecht-specialisten Astrid van Noort en Abdi Youssuf van Ekelmans & Meijer een aantal van de lastigste privacykwesties in letseldossiers voor verzekeraars langs tijdens de bijeenkomst AVG en personenschade bij de Insurance Academy van het Verbond van Verzekeraars. Daarbij behandelen zij concrete vragen van verzekeraars en schetsen een algemeen kader waar AVG-specialisten, privacyjuristen, compliance officers en letselschadebehandelaars van Verzekeraars in de praktijk mee aan de slag kunnen.

Mag een foto met medisch letsel in het technisch dossier worden bewaard? Als een Schade Aangifte Formulier (SAF) details bevat van een ooggetuige, hoe gaan we dan met die persoonsgegevens om? Kan een schaderegelingsbureau zonder toestemming van de benadeelde met zijn werkzaamheden aan de slag? Wat mag ik doen met het BSN van de benadeelde? Deze en soortgelijke vragen staan op 8 oktober centraal.

Meer informatie

Meer informatie vindt u op de website van het Verbond van Verzekeraars.

Wilt u graag eens doorpraten over privacy issues waar u tegenaan loopt, neem dan contact op met Astrid van Noort of Abdi Youssuf.

Contact

The Dutch Supreme Court on the expected or intended injuries exclusion under the general liability insurance

The Dutch Supreme Court on the expected or intended injuries exclusion under the general liability insurance 2560 1707 Ekelmans Advocaten
injuries exclusion
Leestijd: 6 minuten
Lesedauer: 6 Minuten
Reading time: 6 minutes

The Dutch Supreme Court on the expected or intended injuries exclusion under the general liability insurance : “a reasonable and socially acceptable result”.

In a recent case,[1] the Dutch Supreme Court handed down a judgement regarding a liability claim on behalf of an infant against his father for bodily harm caused as a result of “shaken baby syndrome”.

The claimant was severely shaken by his father as a baby. As a result he suffered severe physical injuries. The father was prosecuted for attempted manslaughter, aggravated assault and causing severe physical injuries due to fault. In appeal the father was only convicted for causing severe physical injuries due to fault. The court of appeal concluded that there was no evidence for (conditional) criminal intent as required for a conviction on the count of attempted manslaughter and/or aggravated assault. However, the court did find that the father had been significantly careless. Furthermore, the court ruled that it is common knowledge that severely shaking a baby can lead to serious injuries, hence the conviction for causing severe physical injury. The court also took in account that the father has severely diminished capacity – and thus diminished responsibility – due to Asperger’s syndrome.

The father and his liability insurer are sued in civil court for damages suffered by the son.[2] The case against the father is straightforward but without insurance coverage it is unlikely the damages can be recovered. The insurer denies coverage based on the exclusion for expected or intended injury by the insured. The clause states:

“The liability of an insured person for damage caused by and / or resulting from his / her intentional and unlawful act against an individual or object is not covered.”

The lower courts

The liability insurer argues that the required intent refers to the unlawful. In this case, the “unlawful action” is the shaking of the baby. It’s not in question that the father intentionally shaked his son. Whether he intended the consequences as they occurred is therefore not relevant.

Both the court of first instance and the appeal court reject this view. Decisive in their ruling is the fact that in the criminal case the court ruled that the father did not act with intent or conditional intent but that he was (merely) significantly careless. In both instances the courts rule that the exclusion for expected or intended injury only applies to intent or conditional intent. According to the Court of Appeal neither the wording of the clause nor the explanatory notes provided by the Union of Insurers (Verbond van Verzekeraars) at the time of the introduction of the clause, support the view of the liability insurer.

The Supreme Court

The Supreme Court first determines that provisions such as the one in contention are (usually) not negotiated by the parties to the contract of insurance. Therefore, the provision should be interpreted relying on (mostly) objective factors such as the wording of the provision itself, placed in the context of the applicable terms and conditions as a whole and in accordance with the explanatory notes (if there are any).

Applying this standard, the Supreme Court finds that the insurer rightly argues that the wording of the clause stipulate that the required intent refers to the unlawful action and not whether the occurrence of the consequences were intended. However, the Supreme Court also notes that the examples set out in the explanatory notes, illustrate that in practice it can be difficult to distinguish between intent regarding the (unlawful) action and intent regarding the occurrence of the consequences of the action. Considering that the provision in question is widely used in Dutch general liability policies, the Supreme Court finds it prudent to offer the following viewpoints how to distinguish between the two.

The Supreme Court notes that injuries and/or damages of a kind and seriousness on which the intent of the insured was not aimed, can fall under the exclusion of expected or intended injury. This is the case if, taking the nature of the conduct and the circumstances under which it was carried out in consideration, the actual injuries or damages to property can be regarded, according to objective standards, as an expected or normal consequence of the relevant conduct. In such a case, it must be assumed that the behaviour of the insured person was aimed at causing the actual injuries or property damage, even if this type or severity of injury or property damage was not intended by the insured.

On the other hand, it cannot be said that the action of the insured was aimed at the occurrence of injury or property damage of a kind or seriousness which, according to objective standards, cannot be regarded as an expected or normal consequence of the conduct in question.

So the Supreme Court comes to the interim conclusion that in principle, the exclusion for expected or intended injury is applicable in case of a deliberate and unlawful conduct on the part of the insured that is objectively aimed at causing injury or property damage, and in which the injuries actually caused or the loss of property by objective standards can be regarded as an expected or normal consequence of the conduct in question.

Based on the finding of the lower courts – that it is common knowledge that the severe shaking of babies can lead to serious injury – this does not bode well for the claimant.

However, the Supreme Court then considers the pivotal social (public) function of the general liability insurance regarding the protection it offers victims; without insurance coverage the damages are usually unrecoverable and victims would remain empty handed. The Supreme Court emphasizes that the goal of protection of victims is expressly mentioned in the explanatory notes provided by the Union of Insurers. However the explanatory notes also state explicitly that it is highly undesirable that criminal behaviour is covered under the general liability insurance policy. The Supreme Court concludes that the explanatory notes thus require the balancing of these two conflicting principles in a tailored approach in order to reach “reasonable and socially acceptable results”.

This leads the Supreme Court to consider that even in cases where prima facie the exclusion for expected or intended injury clause seems applicable, the clause can be set aside due to the special circumstances of the case in order to reach “reasonable and socially acceptable results”. The special circumstances to be taken in to account are (amongst others):

(i) the nature of the unlawful conduct of the insured;
(ii) the circumstances in which it was performed;
(iii) the extent to which the insured can be blamed for his conduct or other subjective circumstances on his part;
(iv) and the nature and seriousness of the harmful consequences;
(v) as well as the scope and social significance of the general liability insurance.

In the end, the Supreme Court rules in favour of the claimant. It finds that in itself the shaking of the baby is deliberate behaviour, which was directed against a person with the expected consequence severe physical injuries. So the application of the exclusion for expected or intended injuries clause seems indicated. On the other hand the Supreme Court notes that, according to the appeal court findings, the father only had the intention to stop the baby’s crying and did not realize the improper or unlawful nature of his actions. Furthermore, the Supreme Court finds it relevant that the father has severely reduced accountability due to Asperger Syndrome. These circumstances – seen in the light of the social function of the general liability insurance –, lead the Supreme Court to conclude that the expected or intended injury exclusion in this particular case must remain inapplicable.

The Supreme Court thus comes to its desired reasonable and socially acceptable result. In doing so, the Supreme Court opens the door to new procedures to test the boundaries of the special circumstances exception on the applicability of the clause. Presumably other victims of criminal behaviour who, in the absence of coverage under a general liability insurance cannot (fully) recover their substantial damages, will try to rely on this case to try and circumvent the expected or intended injuries exclusion.

It will be interesting to see if the Union of Insurers will try to rephrase the clause and/or the explanatory notes to try to counter the victim-friendly interpretation favoured by the Supreme Court.

[1] Dutch Supreme Court, 13 April 2018, ECLI:NL:HR:2018:601
[2] Under Dutch law, a liability insurer can be sued directly by the victim in case of bodily injury.

Bron: Insurance Law Global

Auteur

Dutch Supreme Court: no loss of claim in case of fraud committed against the insurer by a third party victim

Dutch Supreme Court: no loss of claim in case of fraud committed against the insurer by a third party victim 2560 1707 Ekelmans Advocaten
fraud against insurer
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

Introduction

On 6 July 2018 the Dutch Supreme Court gave a fundamental decision on the consequences of fraud committed by a third party victim against the insurer of the liable party.[1] For years the big question was whether the statutory sanction on fraud for insured parties could be extrapolated to cases where a third party victim committed the fraud against the insurer.

Legal literature and case law were divided on this question. Some considered the lack of a contractual relationship uberrimae fidei (“of utmost good faith”) as an obstacle for analogous application of the statutory sanction to the relationship between a third party victim and the insurer. Others argued that the insurer is just as dependent on the claimant for the provision of reliable information in case of a third party claim as in case of a claim by the insured.

Direct claim against the insurer

In the Netherlands, as in other EU member states, drivers are obliged to have motor liability insurance. Victims of car accidents do not have to claim damages with the liable driver but have a direct claim against his/her motor liability insurer. This direct claim has its basis in EU regulation and is therefore also seen in other EU member states.

Facts of the case: was the alleged victim in the car?

In the case before the Supreme Court the victim also aimed its claim for damages directly at the motor liability insurer of the liable party. The case concerns a car accident that took place in the fall of 2001.

The victim was the mother of one of the drivers involved. She claimed to be a passenger at the time of the accident. The mother, who already suffered from health problems before the accident, had visited her doctor the day after the accident with whiplash symptoms. As from 2002, a few months after the incident, she was declared fully unfit for work.

The motor liability insurer of the liable driver refused to pay damages to the mother as the liable driver contested that the mother was in the car at the moment of the accident. In response to the insurer’s refusal of the claim, the mother produced several false witness statements. During the proceedings before the court of first instance the falseness of the witness statements came to light. The mother and some of the witnesses were convicted by the criminal court for forgery of documents, fraud and/or perjury.

Lower courts

The court of first instance dealing with the mother’s claim for damages denied the claim. The court of appeal however, granted the claim.

The court of appeal disregarded the false witness statements but found on the basis of other means of proof that the mother was a passenger at the time of the accident. These means of proof were all derived from the mother’s own assertion that she was a passenger.

The insurer brought the case before the Supreme Court, claiming that the court of appeal had wrongly denied the legal principle that a claim is denied if the third party has misled the insurer in order to obtain payment. Alternatively, the insurer claimed that the court of appeal did not give a proper ruling on the evidence of the case.

Relevant provision(s)

With its claim for a total loss of claim by the victim, the insurer refers to article 7:941 paragraph 5 of the Dutch Civil Code. This provision denies insureds the right to payment if they fail to timely notify their insurer of a claim and/or fail to provide (proper) information to the insurer in a deliberate attempt to mislead said insurer. Strictly speaking, the provision only applies in the contractual relationship between the insurer and the insured. However, the insurer in this case claimed, in line with case law of the Dutch Financial Services Complaints Tribunal and several legal authors, that the provision should be analogously applied to the relationship with a third party.

Supreme Court judgment

The Supreme Court does not concur with the position taken by the insurer. The Supreme Court rules that there is no room for analogous application of the sanction outside the relationship between the insurer and the insured, i.e. in the relationship between the insurer and a third party victim. The sanction of article 7:941 paragraph 5 DCC is justified by the character of confidence of the insurance agreement. The Supreme Court finds that said sanction does not distinguish between severe fraud cases and less severe fraud cases which makes the sanction a drastic one. Therefore, said sanction cannot be accepted in other relationships without a statutory basis.

Nevertheless, the Supreme Court rules the judgment of the court of appeal to be incomprehensible. The Supreme Court has difficulties with the finding of the court that the mother has succeeded in proving that she was a passenger at the time of the accident. Therefore, the judgment of the court of appeal is set aside. The Supreme Court refers the case back to another court of appeal for further handling.

Take away: fraud is never without consequence

The latter findings of the Supreme Court show that fraud by a third party victim also comes with consequences, however less drastic ones. In line with the opponents of analogous application of the aforementioned sanction, the Supreme Court deals with fraud committed by third parties by setting higher requirements for the evidence produced by the fraudster.

Auteur

Op het snijvlak van privé en werk: het tweede deel van een tweeluik over werkgeverschap

Op het snijvlak van privé en werk: het tweede deel van een tweeluik over werkgeverschap 2560 1707 Ekelmans Advocaten
werkgeverschap
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

In deze bijdrage aan de Beursbengel besteed Abdi Youssuf, advocaat Verzekering en Aansprakelijkheid aandacht aan de verplichting van werkgevers om onder omstandigheden werknemers schadeloos te stellen op grond van goed werkgeverschap.

Aan bod komen onderwerpen als verkeersongevallen en goed werkgeverschap; werk gerelateerde privé situaties en bedrijfsuitjes; verzekeringsplicht en zorg- en preventieplicht. Dit overzicht wordt geschetst aan de hand van de meest recente jurisprudentie.

Auteur

Zorgplicht van de werkgever, het kan altijd veiliger: het eerste deel van een tweeluik over goed werkgeversschap

Zorgplicht van de werkgever, het kan altijd veiliger: het eerste deel van een tweeluik over goed werkgeversschap 2560 1707 Ekelmans Advocaten
zorgplicht werkgever
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute
Expertise:

De werkgeversaansprakelijkheid voor arbeidsongevallen blijft de gemoederen bezighouden.

Abdi Youssuf, advocaat Verzekering en Aansprakelijkheid, zet in een artikel in de Beursbengel de recente jurisprudentie op een rij. Wat moet worden gesteld en wie moet dit bewijzen? Waar en wanneer geldt de zorgplicht en wat houdt deze in? Op deze vragen geeft Abdi antwoord. Ook gaat hij in op het onderwerp opzet en bewuste roekeloosheid.

Auteur

Ekelmans Advocaten N.V. gebruikt noodzakelijke en analytische cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo goed mogelijk functioneert en om het gebruik van onze website te analyseren en te verbeteren. Wij gebruiken geen cookies voor marketingdoeleinden. Lees hier meer over in onze privacyverklaring en cookieverklaring