HR 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1197
De casus
Het echtpaar Hibma exploiteert een kaas- en zuivelbedrijf. Dat doen zij eerst in een vennootschap onder firma (vof), en vanaf 2006 via een BV. Dhr. X is financieel adviseur. Hij benadert boer Hibma over een subsidieprogramma voor investeringsprojecten in ontwikkelingslanden. Boer Hibma heeft er wel oren naar om met zijn bedrijf mee te doen aan zo’n project.
In 2005 sluit de vof daarom een overeenkomst met (de eenmanszaak van) dhr. X. In de algemene voorwaarden van X staat dat klachten binnen 8 dagen na ontdekking, maar uiterlijk binnen 14 dagen na voltooiing van de werkzaamheden moeten worden gemeld.
Via dhr. X maakt boer Hibma kennis met een stel dat in Bosnië via de vennootschap Techno-Pek een krachtvoerfabriek wil opzetten. Daarvoor is een lening nodig van € 1 miljoen. De vof zal die lening verstrekken. Dhr. X begeleidt dat traject en geeft op enig moment groen licht om het geld over te maken, terwijl de gevraagde bankgarantie en hypotheek nog niet zijn verstrekt. Techno-Pek betaalt de lening niet terug, en het echtpaar Hibma gaat voor een flink bedrag het schip in. In 2015 stelt de advocaat van boer Hibma X aansprakelijk.
Oordeel Hof
De rechtbank wijst de vorderingen van het echtpaar Hibma, hun vof en BV af. Ik noem hen: ‘Hibma c.s.’. Het hof vernietigt het vonnis: X heeft wanprestatie gepleegd en moet schadevergoeding betalen. Verder oordeelt het hof dat Hibma c.s. het contractuele beding over de klachtplicht terecht hebben vernietigd, omdat dit beding voor hen ‘oneerlijk’ is (art. 6:233-a BW). Het beding zou voor een consument onder de Zwarte Lijst vallen (art. 6:236-g BW), zo stelt het hof.
In cassatie klaagt X dat Hibma c.s. geen beroep kunnen doen op de Zwarte Lijst, omdat zij geen consumenten zijn. De Hoge Raad is dat niet met hem eens.
Wanneer is een beding in algemene voorwaarden ‘oneerlijk’?
Een beding in algemene voorwaarden is vernietigbaar als dat ‘oneerlijk’ is tegenover de andere contractspartij. Daarbij moet onder meer worden gekeken naar de hoedanigheid van partijen, hun maatschappelijke positie, hun onderlinge verhouding en hun deskundigheid. Zowel consumenten als bedrijven kunnen algemene voorwaarden vernietigen, als die voor hen oneerlijk zijn.
Voor consumenten: de Zwarte en de Grijze Lijst
Consumenten worden geholpen. De Zwarte Lijst (art. 6:236 BW) bevat een reeks bedingen die voor de consument oneerlijk worden geacht. De Grijze Lijst kent een reeks bedingen die voor een consument worden vermoed oneerlijk te zijn (art. 6:237 BW); een beding op de Grijze Lijst kan in bijzondere gevallen dus wel door de beugel.
Helpen deze Lijsten ook niet-consumenten?
Ook als een partij geen consument is, kan voor de vraag of een beding ‘oneerlijk’ is van belang zijn dat het voorkomt op één van deze lijsten. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat deze ‘reflexwerking’ er kan zijn als de situatie van een rechtspersoon sterk lijkt op de positie van een consument. De wetgever dacht toen vooral aan een rechtspersoon die geen beroep of bedrijf uitoefende, zoals de plaatselijke schaakvereniging. Volgens de Hoge Raad kan soms ook een rechtspersoon die een beroep of bedrijf uitoefent van die reflexwerking profiteren, bijvoorbeeld als het contract losstaat van de eigenlijke beroeps- of bedrijfsactiviteiten.
Volgens de HR keek het hof voor de vraag of het klacht-beding ‘oneerlijk’ was tegenover Hibma Zuivel terecht naar de aard van het boerenbedrijf en het soort contract. Hibma c.s. hielden zich alleen bezig met zuivel: Hibma c.s. hadden geen ervaring met ingewikkelde financiële zaken. Juist dáárvoor schakelden zij X in als deskundige. De overeenkomst met X had geen betrekking op de eigenlijke activiteiten van Hibma Zuivel, voor zover het ging over advisering over de lening.
Ook weegt mee dat dit klacht-beding op de Zwarte of Grijze lijst staat. De situatie van Hibma c.s. lijkt alles bij elkaar zoveel op die van een consument, dat zij bescherming verdienen.
Dat een consument niet snel advies inwint over het doen van een investering van € 1 miljoen in het buitenland, hoefde het hof niet op andere gedachten te brengen.
Een korte klachtplicht – de Zwarte of de Grijze lijst?
Staat het beding waar Hibma c.s. last van hadden, nu op de Zwarte of op de Grijze Lijst. Ook dat verduidelijkt de Hoge Raad.
- De Zwarte Lijst (art 6:236- g BW) geldt voor een beding dat een wettelijke verjarings- of vervaltermijn tot minder dan een jaar verkort.
- De Grijze Lijst (art. Art. 6:237-h BW) geldt voor gevallen waarin de wet bepaalt dat rechten vervallen, indien een partij niet binnen een ‘redelijke’ of ‘korte’ termijn of ‘binnen bekwame tijd’ een handeling verricht, en het beding die termijn verkort.
In dit geval bepaalt de ‘wettelijke klachtplicht’ van art. 6:89 BW dat een schuldeiser bij de schuldenaar moet protesteren, ‘binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken’. Doet hij dat niet, dan kan hij geen beroep meer doen op een gebrek in de prestatie. Er geldt geen vaste termijn. Een beding in algemene voorwaarden dat de ‘klachtplicht’ fixeert, zoals dhr. X deed, valt daarom onder art. 6:237-h BW (de Grijze Lijst).
Meer weten over cassatie?
Voert u een procedure in hoger beroep en verwacht u dat de zaak bij de Hoge Raad zal komen? Dan is het slim om nu alvast advies in te winnen bij een cassatie-advocaat over uw kans van slagen als u uw zaak voorlegt aan de Hoge Raad.
Ekelmans Advocaten heeft een hoog aangeschreven cassatiepraktijk. De betrokkenheid van onze advocaten leidt geregeld tot belangwekkende arresten van de Hoge Raad.
Onze advocaten Cassatie en Expert Litigation zijn procesrechtelijke experts, die de grote lijnen inzichtelijk maken en in de finesses scherpte brengen.
We verzenden ook een nieuwsbrief Civiele Procespraktijk naar onze contacten. Interesse? Dan ontvangen we graag uw inschrijving.