Categorie actueel

Hoe stel je op afstand vast dat een werknemer disfunctioneert?

Hoe stel je op afstand vast dat een werknemer disfunctioneert? 1400 800 Ekelmans Advocaten
disfunctioneren
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes
Expertise:

Al bijna drie maanden geldt het advies van de overheid zo veel mogelijk thuis te werken. En dit blijft voorlopig ook het advies. Thuiswerken zal helaas niet iedere werknemer even gemakkelijk afgaan. Ook is het mogelijk dat een werknemer vóór de coronacrisis al niet goed functioneerde en dat ook nu zijn resultaten uitblijven.

Maar hoe stel je op afstand vast dat de werknemer niet goed functioneert? Dit vergt bij het thuiswerken door corona veelal een andere insteek. In deze blog bespreken we drie mogelijke manieren om disfunctioneren te bewijzen.

1. Klachten van derden

Het disfunctioneren van een werknemer kan zich uiten door klachten van derden. Denk aan een thuiszorgmedewerker die klachten krijgt over haar dienstverlening van cliënten. Of een Accounting Officer die zowel volgens haar collega’s als een extern financieel administrateur veel fouten maakt in haar werkzaamheden. Dergelijke klachten kunnen in een eventuele ontslagprocedure ook als bewijs dienen.

2. Beoordeling van stukken

Daarnaast kan een werknemer uiteraard door de werkgever zelf beoordeeld worden op zijn output. Haalt hij zijn targets? Zijn de stukken die hij maakt van voldoende kwaliteit? Haalt hij zijn deadlines? Door het werk van de werknemer met enige regelmaat te controleren, kan worden ontdekt dat de werknemer niet (meer) voldoet aan zijn functie-eisen. Dit is uiteraard niet voor alle beroepsgroepen even makkelijk.

3. Functioneringsgesprekken (op afstand)

Ook als thuis gewerkt wordt, blijft het belangrijk om (functionerings)gesprekken met de werknemer te voeren. Zo blijf je als werkgever niet alleen op de hoogte van het welzijn van je werknemers, maar kan ook duidelijk worden dat de werknemer moeite heeft met bepaalde aspecten van het werk. Het verslag van deze gesprekken kan aantonen dat de werknemer disfunctioneert. De werkgever moet de kritiek uiteraard wel met concrete voorbeelden kunnen onderbouwen.

Alles documenteren!

Net als bij een ‘normaal’ disfunctioneringstraject is het enorm belangrijk dat alles gedocumenteerd wordt. Vermoed je dat een werknemer disfunctioneert, documenteer dan de klachten die hij krijgt, maak op papier een verslag van de (functionerings)gesprekken met de werknemer en geef duidelijk aan op welke punten de output van de werknemer tekortschiet. Bespreek de kritiek met de werknemer en vergeet hierbij niet duidelijk te maken hoe het wél moet.

Ontslag tijdens corona

Mocht het verbetertraject geen succes hebben, dan kan je als werkgever ook nu een ontslagprocedure starten. De rechter verwacht evenwel ook in deze tijd dat er een dossier ligt op grond waarvan het disfunctioneren kan worden vastgesteld.

De werkgever zal in een ontslagprocedure niet alleen moeten bewijzen dát de werknemer ongeschikt is tot het verrichten zijn werk. Daarnaast zal de werkgever nog moeten aantonen dat:

  • het disfunctioneren niet het gevolg is van ziekte of gebrek;
    de werknemer tijdig in kennis is gesteld van zijn disfunctioneren;
  • de werkgever serieus en actief heeft geprobeerd het functioneren van de werknemer te verbeteren;
  • het disfunctioneren niet het gevolg is van onvoldoende scholing of onvoldoende aandacht van de werkgever voor de arbeidsomstandigheden van werknemer;
  • herplaatsing van de werknemer niet mogelijk is of niet in de rede ligt.

Op donderdag 18 juni 2020 organiseren we een online Online HR-café over dit onderwerp. In dit online seminar praten we je in een uur bij over disfunctioneren en ontslag in tijden van Corona. Meld je nu aan!

Contact

Online HR-café | 18 juni 2020 | Disfunctioneren en ontslag in tijden van Corona

Online HR-café | 18 juni 2020 | Disfunctioneren en ontslag in tijden van Corona 848 340 Ekelmans Advocaten
online vergadering AvA
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes
Expertise:

Een werknemer die zijn werk niet goed doet, moet de kans krijgen zijn functioneren te verbeteren voordat ontslag een optie wordt. Sinds de coronacrisis werken veel mensen thuis, spreken we collega’s alleen nog online of moeten er, bijvoorbeeld in de zorg, veel extra diensten worden gedraaid. Dit heeft ook gevolgen voor het verbetertraject van de disfunctionerende werknemer. Hoe pak je dit traject in deze nieuwe situatie aan?

Tijdens dit online seminar bespreekt het arbeidsrechtteam van Ekelmans & Meijer de juridische aspecten van disfunctioneren en ontslag. De opbouw van een disfunctioneringsdossier staat of valt met de begeleiding van de werknemer. Daarom is dit seminar niet alleen interessant voor HR-professionals, maar ook voor managers die een verbetertraject begeleiden. Het seminar is live; je bent in de gelegenheid om tussentijds vragen te stellen.

We zullen onder meer de volgende vragen beantwoorden:

  • Hoe krijg je het disfunctioneringsdossier (weer) op orde?
  • Welke impact heeft de coronacrisis op de inhoud van het verbetertraject?
  • Hoe kun je het verbetertraject op afstand in goede banen leiden?
  • Hoe zit het met herplaatsing tijdens de coronacrisis?
  • Kun je een disfunctionerende werknemer ontslaan in tijden van corona?

Na het volgen van dit live online seminar heb je handvatten om een verbetertraject met een disfunctionerende werknemer te (her)starten.

Online HR-café terugkijken

Dit online HR-café is al geweest. Klik hier om de replay te bekijken.

Dit seminar is de eerste in een reeks online seminars over HR-kwesties in deze bijzondere tijd.

Contact

Beslag- en executierecht 2020

Beslag- en executierecht 2020 2560 1701 Ekelmans Advocaten
Beslag- en executierecht
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

In de kroniek Beslag- en executie, verschenen in het Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, staat David de Knijff stil bij ontwikkelingen en uitspraken over de periode 2015-2020.

In de kroniek worden de volgende onderwerpen besproken:

‘snuffelbeslag’ – misbruik beslagbevoegdheid door de deurwaarder; – bewijsbeslag – een bijzondere casus; – bescherming beslaglegger in verband met onjuiste inschrijving; – eis in de hoofdzaak; – immuniteit van executie; – immuniteit en rechtsmacht verlofrechter; – executoriaal beslag en stuiting; – beslag en het verbeuren van dwangsommen; – beslag en executie aandelen in effectendepot.

Auteur

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk mei 2020

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk mei 2020 1919 1078 Ekelmans Advocaten
Coronabetekening deurwaarder
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Voor advocaten die op de hoogte willen worden gehouden van procesrechtelijke kwesties is er de Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk geschreven door onze sectie Cassatie. De nieuwsbrief Civiele Procespraktijk verschijnt vier keer per jaar.

In de nieuwsbrief mei 2020 worden de volgende onderwerpen behandeld:

  • Nieuwe Verzamelspoedwet COVID-19 regelt ‘Corona-betekening’
  • Nieuwe regels voor rechterswissel na mondelinge behandeling
  • Wijziging van partijhoedanigheid
  • Valt rectificatievordering onder overname geding door curator?

Lees hier de nieuwsbrief Civiel Procespraktijk.

Een ieder die zich wil abonneren op deze – gratis – nieuwsbrief, kan zich aanmelden op het adres cassatie@ekelmansadvocaten.com. Ook afmeldingen kunnen aan dit adres worden gericht.

Contact

Verzamelspoedwet COVID-19 regelt ‘Coronabetekening’ voor deurwaarders

Verzamelspoedwet COVID-19 regelt ‘Coronabetekening’ voor deurwaarders 150 150 Ekelmans Advocaten
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Op 26 mei 2020 is de Verzamelspoedwet COVID-19 aangenomen. Daarin is o.a. bepaald dat zolang volgens het RIVM afstand moet worden gehouden wegens besmettingsgevaar met COVID-19, een deurwaarder niet in persoon “kan” betekenen (conform art. 46 Rv). Dat betekent dat hij meteen conform art. 47 Rv. zonder eerst aan te hoeven bellen een exploot mag achterlaten in de brievenbus.

Sinds de uitbraak van de Coronacrisis hebben deurwaarders de manier waarop zij exploten betekenen aangepast. Sinds 17 maart 2020 is de praktijk dat een deurwaarder beoordeelt of hij veilig, verantwoord en zonder gevaar voor besmetting het exploot fysiek aan de bewoner kan uitreiken. Als hij dat niet verantwoord acht, laat hij het exploot in de brievenbus achter zonder eerst aan te bellen. Zo mogelijk belt een deurwaarder de persoon voor wie het exploot is daarna nog op. Zo kan hij nagaan of het exploot is ontvangen. Ook kan hij zo nodig een toelichting op het exploot geven. Er is momenteel een procedure bij de Hoge Raad aanhangig over de vraag of deze praktijk wel conform de wet is.

Volgens art. 46 lid 1 Rv. dient een deurwaarder namelijk een exploot af te geven aan degene voor wie het is bestemd of aan een andere persoon die zich op het adres bevindt. Art. 47 Rv bepaalt dat pas wanneer de deurwaarder aan niemand een exploot “kan” geven, hij een exploot mag achterlaten in een gesloten envelop.

Met de Verzamelspoedwet COVID-19 wordt de bestaande praktijk ‘gewettigd’. De wetgever sluit aan bij de praktijk zoals die na 17 maart is ontstaan.

De wet werkt terug tot 16 maart 2020. De Spoedwet vervalt op 1 september 2020, maar deze einddatum kan nog worden opgeschoven.

De wetgever acht het onder de huidige omstandigheden niet verantwoord voor een deurwaarder om op de normale manier bij mensen thuis aan te bellen om een exploot uit te reiken. Anders dan een pakketbezorger, kan de deurwaarder niet volstaan met het op de stoep achterlaten van zijn exploot. De deurwaarder moet instructie geven over het exploot. De deurwaarder is ook aanmerkelijk minder geliefd dan de pakketbezorger. Het risico om in het gezicht te worden gespuugd, is voor hem vele malen groter. Dit risico is volgens de wetgever niet aanvaardbaar.

Auteur

Aansprakelijkheid van de bestuurder – Spaanse villa revisited

Aansprakelijkheid van de bestuurder – Spaanse villa revisited 1080 621 Ekelmans Advocaten
Spaanse villa revisited
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes
Expertise:

Het onderscheid tussen bestuurdersaansprakelijkheid en “zelfstandige” aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad blijft de rechtspraak bezighouden. In tegenstelling tot “gewone” onrechtmatige daad geldt bij bestuurdersaansprakelijkheid de verzwaarde maatstaf van ernstige verwijtbaarheid. In het algemeen is de vennootschap aansprakelijk voor handelingen die de bestuurder als vertegenwoordiger van de vennootschap verricht. Soms kan de bestuurder ook persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Dat kan alleen als komt vast te staan dat de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt van het handelen kan worden gemaakt.

Wat nu als de bestuurder in een andere hoedanigheid, bijvoorbeeld als makelaar, handelt? Dit geval deed zich voor in het zogeheten Spaanse Villa arrest. Het Spaanse Villa arrest riep destijds veel vragen op. De Hoge Raad leek daarin te suggereren dat een bestuurder van een besloten vennootschap aansprakelijk kan worden gehouden op grond van “gewone” onrechtmatige daad zonder dat sprake is van persoonlijk ernstige verwijtbaarheid. De Hoge Raad voelde zich in een later arrest geroepen uit te leggen dat bestuurdersaansprakelijkheid niet aan de orde was in het Spaanse Villa arrest. Daarin trad de bestuurder op in hoedanigheid van makelaar (dus niet in hoedanigheid van bestuurder) en werd geoordeeld dat deze persoon in strijd heeft gehandeld met de op de hoedanigheid van makelaar rustende zorgvuldigheidsnorm.

Een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland toont weer eens aan dat het belangrijk is vast te stellen of de betrokken bestuurder de handelingen in hoedanigheid van bestuurder of in andere hoedanigheid heeft verricht. Anne-Mieke Dumoulin-Siemens besteedt in haar noot bij deze uitspraak (JIN 2020/61) aandacht aan de kwestie van samenloop van hoedanigheden.

De hoedanigheid bepaalt aan welke norm het handelen wordt getoetst. De bestuurder is pas aansprakelijk als hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Wanneer in een andere hoedanigheid is gehandeld, wordt de aansprakelijkheid volgens de ‘normale’ regels van de onrechtmatige daad vastgesteld waarbij geen verzwaarde maatstaf geldt.

Auteur(s)

Digitale aandeelhoudersvergadering en termijnverlenging mogelijk voor BV en Vereniging

Digitale aandeelhoudersvergadering en termijnverlenging mogelijk voor BV en Vereniging 848 340 Ekelmans Advocaten
online vergadering AvA
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

Naar aanleiding van het coronavirus is op 24 april 2020 een spoedwet in werking getreden met tijdelijke voorzieningen voor alle rechtspersonen. De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid is bedoeld om vergaderen op afstand voor rechtspersonen mogelijk te maken en voorziet in een termijnverlenging voor het opmaken van de jaarrekening. De tijdelijke wet geldt tot 1 september 2020, maar kan zo nodig door de overheid met telkens 2 maanden worden verlengd. Pim Lieffering zet voor u de aandachtspunten van de genomen maatregelen met betrekking tot de B.V. en de vereniging uiteen.

Digitale aandeelhoudersvergadering

Op dit moment bevatten veel statuten een regeling voor elektronisch stemmen in een algemene vergadering. Sommige statuten bevatten de mogelijkheid tot een digitale aandeelhoudersverhouding echter niet. De spoedwet strekt ertoe om tijdelijk afwijkingen van wettelijke en statutaire bepalingen inzake het houden van fysieke vergaderingen en daarmee verband houdende termijnen en sancties toe te staan.

Op grond van de spoedwet kan het bestuur bepalen dat de aandeelhoudersvergadering tijdelijk langs elektronische weg plaatsvindt, onafhankelijk van wat hierover in de statuten is bepaald. Dit voornemen dient uiterlijk bij de oproeping te worden vermeld. Wanneer de oproeping al is verzonden, kan de wijze van vergaderen tot 48 uur voor de vergadering worden aangepast naar een digitale vergadering.

Tip: zorg dat de oproeping ook een handleiding bevat van het digitale gekozen vergadersysteem. Hierdoor kunnen de aandeelhouders zich voorafgaand aan de vergadering vertrouwd maken met het systeem.

Bij de elektronische aandeelhoudersvergadering moet u de volgende punten in acht nemen:

  • De algemene vergadering is via een live video- of audioverbinding te volgen.
  • Het bestuur kan bepalen dat het stemrecht (uitsluitend) kan worden uitgeoefend door middel van een elektronisch communicatiemiddel. Een statutenwijziging is hiervoor niet vereist. Het bestuur kan daarnaast bepalen dat stemmen die ten hoogste 30 dagen voorafgaand aan de algemene vergadering langs elektronische weg zijn uitgebracht, gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht. Dit moet wel bij de oproeping worden vermeld.
  • De aandeelhouders moeten uiterlijk 72 uur voorafgaande aan de vergadering in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk of elektronisch vragen te stellen over de geagendeerde onderwerpen. In het geval een oproeping voor de aandeelhoudersvergadering al is uitgegaan en het bestuur gebruik heeft gemaakt van het recht tot uiterlijk 48 uur voor de vergadering alsnog te bepalen dat deze uitsluitend langs elektronische weg plaatsvindt, is de termijn 36 uur.
  • De door de aandeelhouders gestelde vragen moeten uiterlijk tijdens de vergadering, al dan niet thematisch, worden beantwoord. De antwoorden moeten vervolgens op de website van de B.V. of vereniging geplaatst worden of via een elektronisch communicatiemiddel toegankelijk gemaakt worden voor de aandeelhouders.
  • Het bestuur moet er voor zorgdragen dat aandeelhouders tijdens de vergadering langs elektronische weg of anderszins nadere vragen kunnen stellen, tenzij de voorzitter van de algemene vergadering bepaalt dat dit in het licht van de omstandigheden in redelijkheid niet kan worden gevraagd.
  • Als wordt afgeweken van de hierboven gestelde bepalingen over het stellen van vragen tijdens de vergadering, zijn de besluiten in de vergadering alsnog rechtsgeldig. De rechtsgeldigheid blijft ook tot stand in het geval er bijvoorbeeld sprake is van een haperende verbinding bij één van de aandeelhouders.

De hiervoor beschreven regels ten behoeve van aandeelhouders gelden ook voor de ledenvergadering van de vereniging.

Geen uitstel algemene vergadering

Het bestuur van de BV of de vereniging heeft niet de mogelijkheid de termijn voor het houden van een algemene vergadering te verlengen. De spoedwet geeft deze mogelijkheid wel voor de N.V.

Verlenging termijn opmaken jaarrekening

Gewoonlijk maakt het bestuur van de B.V. binnen vijf maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening op. Deze termijn kan normaal gesproken met ten hoogste vijf maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd. Voor de vereniging geldt een mogelijke verlening met ten hoogste 6 maanden.

Op grond van de spoedwet kan het bestuur van de B.V. deze termijn nogmaals met ten hoogste 5 maanden verlengen. Het bestuur van de vereniging kan de gebruikelijke termijn van 6 maanden nogmaals met ten hoogste 4 maanden verlengen.

Tip: Indien u middels de statuten de mogelijkheid heeft een digitale aandeelhoudersvergadering te houden, probeer dan eerst via deze aandeelhoudersvergadering een verlenging te bewerkstelligen. Hierdoor maakt u (indien nodig) maximaal gebruik van de mogelijke verlenging van maximaal 10 maanden. Als het bestuur gebruik maakt van de mogelijkheid van de spoedwet dan kan de algemene vergadering niet meer van haar verlengingsbevoegdheid gebruik maken.

Bestuurders niet altijd aansprakelijk bij te late deponering jaarrekening

Als bestuurders de jaarrekening te laat deponeren en de vennootschap erna failliet gaat, kunnen de bestuurders persoonlijk aansprakelijkheid worden gehouden voor het boedeltekort. Op zo’n moment bestaat volgens de wet het vermoeden dat onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

De spoedwet versoepelt deze strenge regeling. Als komt vast te staan dat het te late deponeren te wijten is aan de gevolgen van de uitbraak van COVID-19, zijn de bestuurders niet direct op grond van de wet persoonlijk aansprakelijk. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de omstandigheden van het geval en dient door het bestuur te worden aangetoond.

Deze regeling geldt voor 3 jaar tot 1 september 2023. In de toelichting wordt als reden voor de datum opgegeven dat in geval van faillissement een vordering kan worden ingesteld op grond van onbehoorlijke taakvervulling in de periode van drie jaren voorafgaand aan het faillissement.

Het bestuur van de B.V. moet wel aan de boekhoudplicht van artikel 2:10 BW voldoen, ondanks het COVID-19 virus. Hiervoor blijft het bewijsvermoeden wel gelden.

Auteur

Aktuelles

Pim Lieffering starter van de week bij Mr.

Pim Lieffering starter van de week bij Mr. 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Pim Lieffering-Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute
Expertise:

Op Mr-online vertelt Pim Lieffering in de rubriek ‘starter van de week’ over zijn eerste weken bij Ekelmans & Meijer.

Vanaf de tweede week van zijn carrière werkt hij vanuit huis. Hij zegt hierover: “Ik had het geluk dat ik al twee maanden stage had gelopen bij Ekelmans & Meijer. Hierdoor had ik al veel contacten opgebouwd en was het wat makkelijker om in de eerste weken vanuit huis mijn kantoorgenoten te benaderen. Doordat ik regelmatig bel met mijn patroon en andere kantoorgenoten, is het allemaal wel goed te doen. Maar ik heb wel weer enorm veel zin om op kantoor te werken en al mijn kantoorgenoten te zien.”

Via Ekelmans & Meijer kreeg Pim daarnaast een interessante rol binnen het Haagse voetbal: “Ik ben door mijn patroon geïntroduceerd bij ADO Den Haag, waar ik als secretaris van de raad van commissarissen ben gestart.”

Lees het volledige interview met Pim op de website van Mr.

Contact

Aktuelles

Privacy: mag je werknemers controleren op Corona?

Privacy: mag je werknemers controleren op Corona? 1920 1280 Ekelmans Advocaten
werknemers controleren op corona
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

Mogen gevoelige persoonsgegevens, zoals medische data, van werknemers die (potentieel) met Corona zijn besmet worden gebruikt? De Autoriteit Persoonsgegevens hanteert strenge normen ten aanzien van het gebruik van gezondheidsgegevens in een werkgever-werknemer relatie. Zo heeft zij op 24 april jl. verboden om de temperatuur van werknemers en bezoekers te meten.

Ook tijdens de Corona crisis toont zich de tweespalt van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Enerzijds is de AVG niet gemaakt om hindernissen op te werpen bij het bevechten van het virus. Anderzijds lijkt de AVG dat in de praktijk wel te doen. De AVG verbiedt in beginsel de verwerking van onder meer gegevens over de gezondheid. Compliceert dit de begeleiding van werknemers en belemmert het snel ingrijpen door werkgevers om verdere verspreiding van het virus op de werkvloer te voorkomen?

De European Data Protection Board (EDPB), de Europese privacytoezichthouder, heeft in een recente verklaring benadrukt dat de AVG grondslagen biedt voor werkgevers om gegevens over Coronabesmettingen toch te mogen verwerken in het kader van de bestrijding van een pandemie. Werkgevers kunnen zich volgens de EDPB baseren op de vervulling van een taak van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid of op de bescherming van vitale belangen.

De Autoriteit Persoonsgegevens hanteert echter een zeer strikte opvatting ten aanzien van het gebruik van gezondheidsgegevens in een werkgever-werknemer relatie. Werkgevers mogen de werknemer niet naar de reden van zijn ziekmelding vragen en ook bedrijfsartsen mogen in principe geen gezondheidsgegevens over de aard van de ziekte van werknemers delen met de werkgever.

Hoe valt de verklaring van de EDPB te rijmen met de strikte opvatting van de Autoriteit Persoonsgegevens? De EDPB lijkt weliswaar de deur van de restrictieve verwerking van
gezondheidsgegevens in verband met Corona op een kier te zetten, maar een concrete vertaalslag naar de (Nederlandse) praktijk ontbreekt.

Hieronder zetten wij daarom in het kort de belangrijkste op dit moment geldende uitgangspunten op een rij.

Mag je als werkgever controleren op Corona?

Ook in het kader van de Corona-crisis handhaaft de AP vooralsnog en in zijn algemeenheid het standpunt dat de werkgever de werknemer niet mag controleren op Corona, en hem (zelfs) niet mag vragen of hij Corona heeft. De AP verbiedt expliciet het gebruik van thermometers en thermische camera’s door werkgevers. Werkgevers mogen werknemers (en bezoekers) niet controleren op koorts.

Maar wat mag je als werkgever dan wel?

Hoewel de privacyregels dus nog steeds strikt zijn, staan de werkgever echter wel enkele andere (beperkte) middelen ter beschikking die kunnen worden ingezet om de gevolgen van Corona op de werkvloer niettemin zoveel mogelijk te beperken.

Zo is het de werkgever wel toegestaan om:

  1. Een werknemer met verkoudheidsklachten of griepverschijnselen, en ook al bij twijfel daarover, naar huis te sturen of aan te geven dat hij niet naar het werk moet komen;
  2. De werknemer te vragen zijn gezondheid in de gaten te houden en eventueel zelf (ook tijdens het werk) te temperaturen;
  3. Erop aan te dringen dat de werknemer bij gezondheidsklachten in een vroeg stadium contact opneemt met de bedrijfsarts;
  4. De bedrijfsarts te vragen om de werknemer (door de GGD) op Corona te laten controleren.
Uitzondering voor speciale categorieën werkgevers?

Voor zorgmedewerkers in ziekenhuizen en verpleeghuisinstellingen gelden inmiddels echter afwijkende maatregelen wanneer deze bijdragen aan het waarborgen van de zorg voor patiënten en oudere en kwetsbare personen. Voor deze sectoren zijn van overheidswege al ruimere controlemogelijkheden van werknemers op Corona toegestaan. Sinds 6 april is het testbeleid bovendien verruimd. Ook medewerkers in de gehandicaptenzorg, de thuiszorg, de jeugdzorg en de GGZ kunnen nu worden getest.

Deze maatregelen sluiten aan bij het eerdergenoemde statement van de EDPB en zijn in overeenstemming met de AVG, aangezien daarin is bepaald dat in het belang van de veiligheid en kwaliteit van zorg, de vitale belangen van kwetsbare anderen en het beheer van de betreffende instellingen de verwerking van gezondheidsgegevens door de werkgever is toegestaan.

Overigens laat de AP zich niet uit over uitzonderingssituaties.

Wat te doen als de werkgever weet dat een werknemer is besmet?

In het kader van zowel de zorgplicht als werkgever als in het algemeen belang mag je verder als werkgever aan de andere werknemers melden dat een werknemer is besmet, mits je maar niet vertelt wie dat is.

Wat betekent dit alles voor de praktijk?

Hoewel de mogelijkheden van de werkgever om gezondheidsgegevens te mogen verwerken behoudens uitzonderingssituaties dus nog steeds beperkt zijn, staan hem wel enige middelen ter beschikking om de risico’s van Corona op de werkvloer te beperken. Zo kan van de werknemer een actieve zelfcontrole worden verlangd en mag de werkgever alleen al bij een (mogelijke) verdenking op Corona de werknemer van de werkplek weren.

Daarnaast blijft echter een belangrijke rol weggelegd voor de bedrijfsarts. Aanbevolen is dan ook om werknemers erop te wijzen dat zij alleen al bij lichte gezondheidsklachten zelf de bedrijfsarts consulteren. Verder kan de werkgever de bedrijfsarts vragen de gezondheidstoestand van gezonde werknemers periodiek (telefonisch) te volgen, en hem verzoeken zieke werknemers gericht op Corona-symtomen te monitoren en zonodig te laten testen. Daarmee kan een vermoeden of bevestiging van een Corona-besmetting zo snel mogelijk worden onderkend en het risico op verdere verspreiding op de werkvloer worden beperkt.

Overigens zijn de van overheidswege getroffen Corona-maatregelen nog steeds in ontwikkeling. Wij zullen daarom de privacy-gerelateerde veranderingen voor de werkgever volgen en met u blijven delen.

Auteurs

Actueel

Interessante Duitse wetswijzigingen coronacrisis voor Nederlandse ondernemers

Interessante Duitse wetswijzigingen coronacrisis voor Nederlandse ondernemers 865 507 Ekelmans Advocaten
Duitse wetswijzigingen
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes
Expertise:

De corona-crisis leidt ook in Duitsland tot verschillende maatregelen. Er zijn twee wijzigingen in de Duitse wetgeving die ook interessant zijn voor Nederlandse ondernemers die een bedrijf hebben in Duitsland.

Bestuurders tijdelijk niet verplicht om eigen faillissement aan te vragen

Iedere bestuurder van een Duitse GmbH is naar Duits recht verplicht faillissement (insolventie) aan te vragen, indien hij tot de constatering komt, dat de vennootschap zijn rekeningen niet meer kan betalen. Hij is ook verplicht om faillissement aan te vragen bij Überschuldung, dat wil zeggen dat de verbintenissen van de vennootschap hoger zijn dan het vermogen, tenzij desondanks het voortbestaan van de onderneming naar alle waarschijnlijkheid te verwachten is.

Het faillissement moet na de constatering direct, maar uiterlijk binnen 3 weken worden aangevraagd. Gebeurt dit niet, is de bestuurder niet alleen strafbaar, maar ook persoonlijk tegenover de vennootschap aansprakelijk voor alle betalingen die na de constatering zijn gedaan.

Met het oog op de corona-crisis heeft de Duitse wetgever met een heel snel tot stand gekomen wet deze verplichting – in eerste instantie tot 30 september 2020 – opgeheven. Deze maatregel kan tot uiterlijk 31 maart 2021 verlengd worden. De maatregel geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 maart 2020.

Dat de betalingsonmacht door de corona-crisis veroorzaakt is, wordt volgens de wet vermoed als de vennootschap op 31 december 2019 nog niet in betalingsonmacht verkeerde.

Digitale aandeelhoudersvergadering mogelijk

De Duitse wetgever heeft met het oog op de maatregelen in het kader van de corona-pandemie (beperking van vergaderingsrechten) met een heel snel tot stand gekomen wet bepaald, dat aandeelhoudersvergaderingen van vennootschappen, waar de aandeelhouders eigenlijk persoonlijk aanwezig moeten zijn, tijdelijk virtueel kunnen plaats hebben. Dat betekent dat ook zonder een desbetreffende regeling in de statuten het bestuur kan besluiten, dat de aandeelhouders elektronisch aan de vergadering kunnen deelnemen en hun stem afgeven.

Bovendien is de uitnodigingstermijn bij AGs (NV’s) op 21 dagen ingekort. Voorts heeft de vennootschap ook de mogelijkheid de aandeelhoudersvergadering in het gehele lopende boekjaar te doen plaats hebben en niet, zoals eigenlijk voorgezien, binnen 8 maanden na einde van het afgelopen boekjaar.

De wet is beperkt tot 31 december 2021.

Auteur(s)

Aktuelles

Ekelmans Advocaten N.V. gebruikt noodzakelijke en analytische cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo goed mogelijk functioneert en om het gebruik van onze website te analyseren en te verbeteren. Wij gebruiken geen cookies voor marketingdoeleinden. Lees hier meer over in onze privacyverklaring en cookieverklaring