Categorie actueel

VoetbalTV en de AVG: is een commercieel belang een gerechtvaardigd belang?

VoetbalTV en de AVG: is een commercieel belang een gerechtvaardigd belang? 2560 1707 Ekelmans Advocaten
VoetbalTV en de AVG
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes
Expertise:

Ook een puur commercieel belang kan een gerechtvaardigd belang zijn om persoonsgegevens te verwerken, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft zich lang op het standpunt gesteld dat een zuiver commercieel belang geen gerechtvaardigd belang kan zijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 onder f AVG. Dat standpunt vormde ook de basis voor een boete van € 575.000,– die de AP in 2020 aan VoetbalTV oplegde. De rechter is het niet met die uitleg eens en veegt de boete van tafel.

De Autoriteit Persoonsgegevens doet onderzoek naar de privacy van spelers en toeschouwers die zijn gefilmd door VoetbalTV. VoetbalTV is een videoplatform voor het amateurvoetbal. Zij maakt opnames van amateurwedstrijden voor voetbalclubs. De wedstrijden zendt VoetbalTV uit via haar app. Gebruikers van de app kunnen voetbalmomenten terugkijken, wedstrijden analyseren en gegevens verzamelen en delen met anderen. Het platform is in september 2020 failliet gegaan.

De AP concludeert dat VoetbalTV de filmbeelden van de voetballers niet had mogen uitzenden, omdat een rechtmatige grondslag voor de opnames en het verspreiden van deze beelden ontbreekt. De AP legt VoetbalTV daarom in november 2019 een boete van € 575.000,– op. VoetbalTV gaat in beroep bij de rechtbank Midden-Nederland. Die bestuursrechter heeft op 23 november 2020 uitspraak gedaan in deze zaak.

Voetbal TV is van mening dat zij een gerechtvaardigd commercieel belang heeft bij het verspreiden van de beelden. De rechtbank oordeelt dat een puur commercieel belang een gerechtvaardigd belang kán vormen voor het verwerken van persoonsgegevens (art. 6 lid 1-f AVG) en dus voor het maken van opnames en het verspreiden van de beelden. Dit volgt uit Europese rechtspraak.

De AP: een commercieel belang is geen gerechtvaardigd belang

Bij de vaststelling van wat een gerechtvaardigd belang is, hanteert de AP een strikte opvatting: een belang is slechts gerechtvaardigd als het in de wet of het ongeschreven recht is benoemd als ‘rechtsbelang’. Dit belang moet een min of meer dringend en specifiek karakter hebben dat uit een rechtsregel of rechtsbeginsel voortvloeit. Zuiver commerciële belangen en winstmaximalisatie missen een wettelijk karakter. Daarom kunnen die belangen volgens de AP nooit een gerechtvaardigd belang zijn. Deze beperkende definitie staat ook in de opinie die de AP in november 2019 publiceerde. De praktijk heeft zich kritisch uitgelaten over de opvatting van de AP. (Zie ‘Privacytoezichthouder neemt heel opmerkelijk afstand van marktwerking’, verschenen in het Financieel Dagblad en ‘Normuitleg AP inzake het gerechtvaardigd belang’, verschenen op Privacyweb.)

Volgens Voetbal TV is het speelveld veel breder: de verwerker van persoonsgegevens mag ieder belang nastreven, zolang dit maar niet in strijd is met de wet.

De Europese invalshoek

Uit het arrest ‘Fashion ID’ van het Hof van Justitie van de EU (ECLI:EU:C:2019:629)
blijkt dat het gerechtvaardigd belang volstrekt flexibel en open van aard is. Fashion ID verzamelde en deelde persoonsgegevens om zo goed mogelijk reclame te maken. Ook dat kan een gerechtvaardigd belang opleveren. Overweging 47 AVG stelt namelijk dat direct marketing een gerechtvaardigd belang kan zijn. Door zuiver commerciële belangen uit te sluiten, komen organisaties met een winstoogmerk nooit toe aan de belangenafweging waar de grondslag ‘gerechtvaardigd belang’ voor in het leven is geroepen. Daarnaast is vrijheid van ondernemerschap net als het recht op privacy een Europees grondrecht. Grondrechten moeten in concrete situaties tegen elkaar worden afgewogen. Het ene grondrecht prevaleert nooit per definitie boven het andere. In principe kunnen alle typen belang een gerechtvaardigd belang zijn. Dit bevestigt de European Data Protection Board (EDPB, de Europese moederorganisatie van de nationale privacy-autoriteiten) ook in zijn opinie. Niet alleen juridische, maar ook feitelijke, economische en ideële belangen kunnen dus gerechtvaardigde belangen zijn.

Wat haar gerechtvaardigd belang bij de verwerking van persoonsgegevens is, moet de verwerker zelf uitleggen. Hij moet daar ook feitelijk naar handelen.

De AP wordt ‘teruggefloten’

In de VoetbalTV zaak neemt de rechtbank de door het Hof van Justitie van de EU gehanteerde brede interpretatie van ‘gerechtvaardigd belang’ over uit de Fashion ID zaak. Dus: streeft de verwerker geen belang na dat in strijd is met de wet?

Volgens de rechtbank gaat de AP dan ook uit van een verkeerde interpretatie van het begrip ‘gerechtvaardigd belang’. Het op voorhand ‘buiten spel zetten’ van bepaalde belangen is volgens de rechtbank in strijd met EU-recht.

Bovendien is er volgens VoetbalTV weliswaar een commercieel belang, maar gaat het doel van het platform verder dan dat. Het verspreiden van de beelden is ook informatief en maakt de sport beschikbaar voor een breder publiek. Aan de hand van de door VoetbalTV gestelde doelen en de toelichting dat de verwerking noodzakelijk en proportioneel is, moet de AP alsnog beoordelen of VoetbalTV een gerechtvaardigd belang heeft bij het opnemen en uitzenden van de filmbeelden van voetballers.

Betekenis van deze uitspraak

De AP zal haar opvatting over wat een gerechtvaardigd belang is, moeten herzien. Deze uitspraak laat zien dat ook een puur commercieel belang een gerechtvaardigd belang kan zijn om persoonsgegevens te verwerken. Er hoeft dan geen toestemming te worden gevraagd voor de verwerking van persoonsgegevens. Dit is goed nieuws voor (commerciële) bedrijven. Zij hebben goede mogelijkheden om op basis van hun commerciële belangen reclame te maken of vergelijkbare activiteiten te verrichten en daarbij persoonsgegevens te verwerken. Zij zullen wél een gefundeerd verhaal moeten hebben bij de (voorgenomen) gegevensverwerking.

De termijn voor het instellen van hoger beroep bij de Raad van State is inmiddels verstreken. Ons is niet bekend of er hoger beroep is ingesteld, maar de kans dat in hoger beroep een andere lijn wordt ingezet is klein. De European Data Protection Board (EDPB) heeft op 2 september 2020 namelijk de conceptrichtsnoeren over het gericht benaderen (“targeten”) van social media gebruikers op zijn website gepubliceerd. Daarin handhaaft de EDPB zijn interpretatie van ‘gerechtvaardigd belang’: ook commerciële belangen kunnen gerechtvaardigde belangen zijn.

Vanuit onze Privacydesk zullen wij deze ontwikkelingen uiteraard nauwlettend volgen en u informeren zodra er nieuws is.

Auteur

Zaak in cassatie: nazorg geboden

Zaak in cassatie: nazorg geboden 820 453 Ekelmans Advocaten
Hoge Raad
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Cassatieadvocaten David de Knijff en Marieke van der Keur schreven voor het Advocatenblad het artikel “Zaak in cassatie: nazorg geboden”. In dit artikel pleiten zij ervoor dat de advocaat die een zaak in feitelijke instanties heeft behandeld, een actieve rol speelt bij het cassatietraject.

Aanleiding voor hun artikel is een uitspraak van het Hof van Discipline, die na een klacht van twee ouders tegen hun advocaat, oordeelt dat bij de gang naar de Hoge Raad de rol van de advocaat zich niet beperkt tot doorgeefluik aan een cassatieadvocaat en dat een proactiever handelen mag worden verwacht. David en Marieke bespreken in het artikel de uitspraak van het Hof van Discipline en leggen vanuit hun ervaring als cassatieadvocaat uit waarom en hoe de cliënt baat kan hebben bij een goede samenwerking tussen beide advocaten.

Voor een succesvolle cassatieprocedure is het volgens hen niet alleen van belang dat de advocaat de voorafgaande procedure toelicht en de cassatieadvocaat wegwijs maakt in het dossier. De cassatieadvocaat heeft voor het verdere verloop van de cassatieprocedure daarnaast veel voordeel als hij mogelijke kritiekpunten in een uitspraak kent.

Bovendien weten David en Marieke uit ervaring dat de advocaat als kritische meelezer van de stukken waardevolle suggesties kan doen, waardoor de zaak bij de Hoge Raad nog beter uit de verf komt.

Hun conclusie: Om de zaak op een hoger plan te brengen, moet de cassatieadvocaat op de schouders van de correspondent kunnen staan.

Auteurs

Kerstactie 2020: Dushi Huis

Kerstactie 2020: Dushi Huis 700 600 Ekelmans Advocaten
Kerstactie Dushi huis
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes
Expertise:

De medewerkers van Ekelmans & Meijer kiezen iedere kerst een goed doel waar ons kantoor zich voor een jaar aan verbindt. Iedereen mag een goed doel voorstellen, waarop vervolgens wordt gestemd. Op 17 december is tijdens het online kerstevent van Ekelmans & Meijer het doel met de meeste stemmen bekend gemaakt:

Stichting Dushi Huis kan aankomend jaar rekenen op onze steun.

Over Dushi huis

In November 2015 heeft het Dushi Huis Den Haag, aan de Strausslaan 400, haar deuren geopend voor de eerste bewoners. Op dit moment wonen er 7 kinderen, kinderen die al vaak vele (6-15) plaatsingen achter de rug hebben. Dushi Huis wil onvoorwaardelijk voor hen zorgen en deze kinderen mogen, anders dan in de reguliere jeugdzorg, tot hun 21-23e bij Dushi Huis blijven wonen. Dushi Huis is één van de weinige zorginstellingen die de kinderen deze onvoorwaardelijkheid geeft en is een voorbeeld in zorgland. Dat is de reden dat Stichting Dushi Huis Den Haag sinds 2012 deze kinderen wil blijven ondersteunen waar mogelijk.

De Stichting heeft het huidige basishuis volledig gefinancierd uit donaties en giften, datzelfde geldt voor alle zaken die niet vanuit de persoonsgebonden budgetten van de kinderen betaald kunnen worden (denk hierbij aan zwemlessen, fietsen of vakantie). Op dit moment is er een vergunningsaanvraag ingediend bij de gemeente om het huidige Dushi Huis in Den Haag uit te breiden met een aanbouw voor maximaal 6 pubers. Doel is dat de kinderen uit het huidige huis kunnen doorstromen en hun ontwikkeling in dezelfde vertrouwde omgeving kunnen doorzetten. In het Basishuis ontstaat zodoende ruimte voor opvang van nieuwe, jongere kinderen.

Meer informatie vindt u op de website van het Dushi huis.

Contact

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk december 2020

Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk december 2020 2482 1611 Ekelmans Advocaten
Kerst nieuwsbrief cassatie
Leestijd: 4 minuten
Lesedauer: 4 Minuten
Reading time: 4 minutes

Voor advocaten die op de hoogte willen worden gehouden van procesrechtelijke kwesties is er de Nieuwsbrief Civiele Procespraktijk geschreven door onze sectie Cassatie. De nieuwsbrief Civiele Procespraktijk verschijnt vier keer per jaar.

In deze nieuwsbrief vindt u de volgende onderwerpen:

  • Verrekening
  • Aanvrager van vernietigd faillissement alleen aansprakelijk bij misbruik
  • Verjaring van een claim op beroepsbeoefenaars
  • Rechterswissel na bewijslevering
  • Dwangsom voor gedragingen van derden

Verrekening

(HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2005)

  • Art. 6:127 BW bepaalt dat een schuldenaar die bevoegd is tot verrekening, dat kan doen door aan de schuldeiser te verklaren dat hij zijn schuld met een vordering verrekent. De rechter dient te beoordelen of de schuldenaar bevoegd was tot verrekening op het moment dat hij deze verklaring aflegde.
  • Art. 6:136 BW geeft de rechter de bevoegdheid om een bij wijze van verweer gedaan beroep op verrekening te passeren, ook al mocht aan alle eisen van art. 6:127 BW zijn voldaan. De rechter kan namelijk een vordering ondanks een beroep op verrekening toewijzen, als de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is. Als de rechter art. 6:136 BW toepast, komt hij aan een verdere beoordeling van art. 6:127 lid 2 BW niet toe. Als hiertegen in hoger beroep met succes wordt gegriefd, moet het hof alsnog beoordelen of de schuldenaar tot verrekening bevoegd was op de voet van art. 6:127 BW.

Aanvrager van vernietigd faillissement alleen aansprakelijk bij misbruik

(HR 11 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2004)

  • X heeft een vordering op HSK van nog geen € 6.000,–. HSK betaalt niet ondanks herhaaldelijke aanmaningen. X vraagt daarop het faillissement van HSK aan. In cassatie wordt het faillissement vernietigd, omdat HSK vóór de faillietverklaring (onder protest) blijkt te hebben betaald. Is X voor de faillissementskosten van ca. € 160.000,– aansprakelijk?
  • Wanneer conservatoir beslag is gelegd dat niet wordt gevolgd door de toewijzing van de vordering, is de beslaglegger aansprakelijk uit onrechtmatige daad jegens degene op wie het beslag inbreuk heeft gemaakt. Hetzelfde geldt voor de executant die een uitspraak ten uitvoer legt die later wordt vernietigd. Het aanvragen van een later vernietigd faillissement kan hiermee volgens de Hoge Raad niet op één lijn worden gesteld. Het is namelijk de réchter die het faillissement uitspreekt. De aanvrager van een faillissement is daarom alleen aansprakelijk, (1) indien hij wist of behoorde te weten dat er geen grond bestond voor het faillissement, of (2) bij een andere misbruik van bevoegdheid.

Verjaring van een claim op beroepsbeoefenaars

(HR 9 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1603)

  • Wanneer begint de korte verjaringstermijn van art. 3:310 BW bij een beroepsfout te lopen? De Hoge Raad stelt de (standaard)regels voorop:
    1. De verjaringstermijn begint op de dag na die waarop de benadeelde daadwerkelijk in staat is schadevergoeding te vorderen. Hij dient voldoende zekerheid te hebben dat schade is veroorzaakt door een fout van de betrokken persoon. Wanneer de verjaring begint, hangt af van de relevante omstandigheden van het geval.
    2. Bekendheid met de juiste juridische beoordeling van de feiten over de schade en de aansprakelijke persoon is niet vereist.
  • De HR verduidelijkt nu dat regel 2) niet ziet op “de kennis en het inzicht die nodig zijn om de deugdelijkheid van een geleverde prestatie te beoordelen”. De verjaring begint dus niet als een niet-deskundig cliënt niet beseft dat een deskundige een fout heeft gemaakt.
  • Wanneer de verjaring begint hangt af van de omstandigheden van het geval. Van belang kan zijn:
    • Mocht de benadeelde vertrouwen op de deskundigheid van de professional, zodat hij (nog) geen reden had om te twijfelen aan de deugdelijkheid van diens handelen?;
    • Heeft de professional andere verklaringen gegeven voor het nadeel, of geruststellende mededelingen gedaan over zijn prestatie of het daardoor te verwachten nadeel (‘het komt nog goed’).
    • Onder omstandigheden begint de verjaringstermijn pas als de benadeelde een juridisch advies of een rechterlijk oordeel heeft.

Rechterswissel na bewijslevering

(HR 30 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1712)

  • De Hoge Raad bepaalde op 20 maart 2020 dat, wanneer een rechterswissel plaatsvindt na een mondelinge behandeling een gerecht dit voortaan actief aan partijen moet melden. Partijen kunnen dan om een nieuwe zitting vragen (zie: Nieuwsbrief nr. 52). Uit het arrest van 30 oktober 2020 blijkt dat die verplichting niet geldt, als een rechterswissel plaatsvindt ná een zitting waarop bewijs is geleverd ten overstaan van een rechter.
  • Art. 155 lid 1 Rv bepaalt dat de rechter ten overstaan van wie bewijs is geleverd, zoveel als mogelijk het eindvonnis (mee)wijst. Lid 2 bepaalt dat het vonnis melding maakt van afwijking van deze regel en de oorzaak daarvan.
  • Aan dit artikel ontleent een partij volgens de Hoge Raad geen afdwingbare aanspraken. Dat blijkt uit de formulering (“zoveel als mogelijk”) van lid 1 en uit het rechtsmiddelenverbod in lid 2. Dat de ‘bewijsrechter’ de uitspraak niet (mee)wijst betekent ook niet dat geen sprake is van een eerlijk proces (art. 6 EVRM). Wanneer art. 155 Rv niet is nageleefd, is dit dus geen reden om het rechtsmiddelenverbod te doorbreken.

Dwangsom voor gedragingen van derden

(HR 13 november 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1783)

  • Een garage heeft een uitrit nodig waar ook haar huurders en klanten gebruik van maken en vordert aanwijzing van een noodweg (art. 5:57 BW).
  • Het hof wijst de vordering van de garage toe en oordeelt dat de garage een dwangsom verbeurt als haar huurders en klanten de aan het gebruik van de noodweg verbonden voorwaarden overtreden.
  • In cassatie klaagt de garage dat het niet mogelijk is dat zij als degene tot wie de hoofdveroordeling is gericht, een dwangsom verbeurt als derden (haar huurders en klanten) de voorwaarden overtreden.
  • De Hoge Raad oordeelt dat een dwangsom voor gedragingen van derden wél mogelijk is. De oplossing is dat gekeken moet worden of de hoofdveroordeling kan worden nagekomen. Dit is een terughoudende toets waarbij de vraag is of de garage jegens de gebruikers redelijkerwijs al het mogelijke heeft gedaan om ervoor te zorgen dat de gebruikers zich houden aan de voorwaarden (art. 611a lid 1 jo 611d lid 1 Rv). De garage kan bijvoorbeeld haar bezoekers verbieden op de noodweg langdurig te parkeren.

Heeft u vragen over deze onderwerpen, neem dan contact met ons op. U kunt ons ook bellen voor een kort en informeel consult als u in een dossier ergens tegen aanloopt dat u met ons wilt bespreken.

Contact

De verjaringstermijn bij beroepsfouten begint pas als de cliënt de fout doorheeft

De verjaringstermijn bij beroepsfouten begint pas als de cliënt de fout doorheeft 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Marieke van der Keur-Ekelmans Advocaten
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

Cassatie-advocaat Marieke van der Keur schreef voor VAST de blog ‘De verjaringstermijn bij beroepsfouten begint pas als de cliënt de fout doorheeft’. In deze blog licht ze de uitspraak van de Hoge Raad van 9 oktober 2020 toe.

Als een advocaat, belastingadviseur of een arts een fout maakt en schade veroorzaakt, moet de cliënt hem tijdig aanspreken of een claim instellen. Anders verjaart de claim. De Hoge Raad maakte in een uitspraak van vrijdag 9 oktober duidelijk, dat van belang is of een cliënt de deskundigheid heeft om te beoordelen of een fout is gemaakt.

Bron: VAST 2020 / B-0057, Marieke van der Keur, e-ISSN 2667-307X, M.A.D.Lex

Klik hier voor de bijdrage.

Auteur

Fleur van Kersbergen: de meest gedegen patroon

Fleur van Kersbergen: de meest gedegen patroon 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Fleur van Kersbergen-Ekelmans Advocaten
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Vanmiddag maakte landelijk deken Frans Knüppe de Patroon van het jaar 2020 bekend. Onze eigen Fleur van Kersbergen was één van de vier genomineerden voor deze eervolle prijs.

Haar stagiaire Simone Eman zegt over haar: “Als je het mij vraagt, moet Fleur patroon van het jaar worden, omdat ze niet alleen een steengoede advocaat is, maar ook een uitmuntende leermeester. Wat mij betreft is Fleur niet de patroon van het jaar, maar de patroon van de eeuw!”

Mareine Callemeijn van Boels Zanders Advocaten mag zich patroon van het jaar 2020 noemen. Gefeliciteerd!

Fleur werd door de jury gekroond tot de meest Gedegen patroon. De jury zegt over Fleur: “Fleur is de stille kracht die haar stagiaire op de juiste weg helpt. Fleur is bescheiden en slaat zichzelf niet op de borst. Maar gelukkig is daar de stagiaire die de extra effort van haar patroon ziet. Op patroonscursus leerde Fleur: hard op de zaak, zacht op de persoon. En dat lijkt te werken.”

Fleur begeleidt als patroon bij Ekelmans & Meijer advocaat-stagiaire Simone Eman gedurende de eerste drie jaren van haar carrière. Coaching en opleiding van onze jonge advocaten is voor ons kantoor prioriteit. Een kwalitatief goede patroon levert daaraan een belangrijke bijdrage.

Fleur over haar nominatie: “Ik bedank uiteraard Simone voor het voordragen en haar aardige woorden. Het is heerlijk om met haar samen te werken!”

De jaarlijkse Patroon van het Jaar-verkiezing wordt georganiseerd door Le Tableau en Dialogue.

Meer informatie vindt u op de website: De Patroon van het jaar.

Contact

Jan Ekelmans adviseert de minister: regel het inzagerecht beter

Jan Ekelmans adviseert de minister: regel het inzagerecht beter 2560 1706 Ekelmans Advocaten
inzagerecht
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes
Expertise:

Wie (mogelijk) een geschil heeft met een ander, kan inzage vragen in gegevens van die ander óf van derden om zijn positie te bepalen. Experts worstelen al jaren met de vraag wanneer je het recht heb op inzage in andermans gegevens. De wet is hierover ook niet duidelijk.

In juni 2020 heeft de Minister voor Rechtsbescherming een wetsvoorstel ingediend om het bewijsrecht te vereenvoudigen en te moderniseren. Hierin komt ook de invulling van het inzagerecht aan de orde. Nog geen maand later deed de Hoge Raad uitspraak over dit onderwerp in het Semtex-arrest. De Hoge Raad vindt dat een mogelijke vordering voldoende aannemelijk moet zijn om aanspraak op inzage te geven.

Jan Ekelmans adviseert de minister om in het wetsontwerp het standpunt van de Hoge Raad over te nemen. Waarom? Dat licht hij toe in het artikel “Moet een drempel van aannemelijkheid worden genomen om recht te hebben op inzage in gegevens op grond van art. 843a Rv?” in het Maandblad voor Vermogensrecht. De uitspraak van de Hoge Raad biedt volgens Jan een evenwichtiger invulling van het inzagerecht dan de normstelling in het door de minister ingediende wetsvoorstel.

Auteur

Het gebruik van gezichtsherkenning door de werkgever: mag dat eigenlijk?

Het gebruik van gezichtsherkenning door de werkgever: mag dat eigenlijk? 2560 1707 Ekelmans Advocaten
gezichtsherkenning
Leestijd: 3 minuten
Lesedauer: 3 Minuten
Reading time: 3 minutes
Expertise:

Steeds vaker zetten bedrijven gezichtsherkenning in voor de identificatie en verificatie van werknemers bij de toegangscontrole. De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) bevat regels voor de verwerking van deze zogenoemde biometrische persoonsgegevens.

De Uitvoeringswet (UAVG) bevat nadere bepalingen hierover. Het is de vraag in hoeverre werkgevers, met het oog op deze privacy-bepalingen, gebruik kunnen maken van deze biometrische persoonsgegevens van werknemers.

Wat zijn biometrische gegevens?

De gegevens uit gezichtsherkenning worden door de AVG geschaard onder biometrische persoonsgegevens. Biometrische gegevens zijn gegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking van fysieke, fysiologische of gedrag gerelateerde kenmerken van een persoon (artikel 4 lid 14 AVG). In het kort zijn dit gegevens waarmee de identificatie van een persoon mogelijk is of een identiteit kan worden bevestigd.

Verbod in de AVG

Volgens de wetgever brengt het verwerken van gezichtsherkenning met het oog op unieke identificatie een groot risico voor de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokken personen met zich mee. Behalve de identiteit kan namelijk uit bepaalde lichaamskenmerken ook worden afgeleid wat bijvoorbeeld iemands gezondheidstoestand is. Voor deze biometrische persoonsgegevens gelden dan ook strenge regels. De hoofdregel ten aanzien van bijzondere persoonsgegevens is dat het verwerken hiervan verboden is, tenzij aan ten minste één van de uitdrukkelijk in AVG genoemde uitzonderingen is voldaan (artikel 9 AVG).

Onder de AVG verboden, tenzij …

De AVG geeft een aantal uitzonderingen waarvan er twee van belang zijn in relatie tot gezichtsherkenning. Een voorbeeld van zo’n uitzondering is de situatie waarin de betrokkene toestemming heeft gegeven voor het verwerken van zijn persoonsgegevens. Maar die toestemming moet volgens de wetgever wel ‘in vrijheid’ zijn gegeven en eenvoudig weer kunnen worden ingetrokken. Dit vereiste van ‘in vrijheid gegeven’ toestemming zal in een werkgever/werknemer relatie echter vrijwel nooit het geval zijn. De wetgever heeft daarover namelijk aangegeven: “Juist in de relatie tussen werknemer en werkgever zal de werknemer in de praktijk in redelijkheid echter nauwelijks toestemming kunnen weigeren, zeker wanneer de toegang tot bepaalde plaatsen noodzakelijk is voor de uitoefening van de werkzaamheden, in het bijzonder de toegang tot specifieke plaatsen, gebouwen, apparatuur en informatiesystemen.”

Een andere uitzondering heeft betrekking op gezichtsherkenning die noodzakelijk is om redenen van zwaarwegend algemeen belang. Het verbod om biometrische gegevens te verwerken is bijvoorbeeld niet van toepassing als de verwerking noodzakelijk is voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden. Hiervoor geldt echter wel een strenge toets. Volgens de wetgever moet daarbij worden gedacht aan situaties waarin gebouwen of informatiesystemen een zodanig hoog niveau van beveiliging vereisen dat dit met biometrie moet plaatsvinden.

Verder geeft de wetgever aan dat biometrie kan worden toegepast bij het beveiligen van informatiesystemen die zelf veel persoonsgegevens bevatten, en waarbij onrechtmatige toegang, ook van werknemers, moet worden voorkomen. Daarbij wordt uitdrukkelijk gewezen op de verplichting van organisaties om technische en organisatorische maatregelen te treffen om persoonsgegevens te beschermen (artikel 32 AVG).

Beleidsregels AP voor specifieke toepassingen

Daarnaast heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) inmiddels beleidsregels opgesteld voor specifieke toepassingen van gezichtsherkenningstechnologie, zoals het normenkader digitale billboards en het normenkader supermarkten. Hier geeft de AP voor bepaalde specifieke situaties aan onder welke omstandigheden het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie eventueel legitiem zou kunnen zijn.

Gezichtsherkenning voor werkgevers

Wil je als werkgever gebruik maken van gezichtsherkenning wees dan voorzichtig. Het gebruik van biometrische gegevens is onder de AVG niet onmogelijk, maar er gelden wel strenge regels. Gebruik van deze gegevens is alleen mogelijk wanneer dit écht noodzakelijk is en er geen andere, minder verstrekkende mogelijkheden bestaan.

Vragen

Heeft u vragen over dit onderwerp, dan neem gerust contact op met onze Privacy Desk.

Auteur

Fleur van Kersbergen genomineerd voor de titel patroon van het jaar 2020.

Fleur van Kersbergen genomineerd voor de titel patroon van het jaar 2020. 1900 1357 Ekelmans Advocaten
Fleur van Kersbergen-Ekelmans Advocaten
Leestijd: 2 minuten
Lesedauer: 2 Minuten
Reading time: 2 minutes

Fleur van Kersbergen begeleidt als patroon bij Ekelmans & Meijer een jongere advocaat (advocaat-stagiaire) bij haar ontwikkeling. De jaarlijkse Patroon van het Jaar-verkiezing wordt georganiseerd door Le Tableau en Dialogue. Uit de vele inzendingen zijn vier patroons geselecteerd die in aanmerking komen voor de titel ‘Patroon van het jaar’. Fleur van Kersbergen is één van hen.

Vaardigheden en competenties

Volgens Le Tableau en Dialogue beschikt een goede patroon over een groot aantal vaardigheden en competenties. Naast uitstekende mondelinge- en schriftelijke communicatieve vaardigheden is het vermogen om adequaat feedback te geven onontbeerlijk. De patroon is integer, stressbestendig en toont betrokkenheid bij de beroepsopleiding van de stagiaire. Vanzelfsprekend heeft een goede patroon een eigen beeld over de inhoudelijke ontwikkeling van het vak en de ontwikkeling van de stagiaire tot een goede advocaat.

Nadruk op het leerproces

Simone Eman vindt dat haar patroon Fleur aan deze vaardigheden en competenties voldoet. In haar aanbevelingsbrief aan de jury prijst Simone de opleiding en begeleiding door Fleur: “Fleur bezit de kracht om ook de niet positieve feedback op zo’n manier te brengen dat het je zelfvertrouwen niet aantast, zij legt de nadruk altijd op het leerproces. Zij zorgt dat ik als stagiaire zelfstandig kan werken, terwijl zij wel over mijn schouder meekijkt, hierdoor heeft zij de perfecte leeromgeving gecreëerd.”

Bekendmaking op 8 december 2020

Fleur heeft zichzelf aan de jury gepresenteerd. Op basis van de nominatie en het gesprek met de patroons, selecteert de jury de finalisten voor de Patroon van het Jaar 2020. De Patroon van het Jaar wordt bekend gemaakt op dinsdag 8 december a.s.

Contact

Eurocommerce: de samenwerking tussen cliënt en juridisch adviseur

Eurocommerce: de samenwerking tussen cliënt en juridisch adviseur 2560 1707 Ekelmans Advocaten
juridisch adviseur
Leestijd: < 1 minuut
Lesedauer: < 1 Minute
Reading time: < 1 minute

In de rubriek ‘Cliënt en juridisch adviseur’ op www.dejurist.com wordt David de Knijff geïnterviewd samen met zijn cliënt Paul Schepel, advocaat bij JPR Advocaten.

Paul Schepel is een van de curatoren in het faillissement van vastgoedreus Eurocommerce. Hij schakelde David de Knijff hierbij in als externe advocaat, “omdat er grote belangen op het spel stonden”. Dan wil je een volledig onbevangen blik, die je inhouse niet kunt krijgen”.

Het volledige artikel is te lezen op de website van De Jurist.

Contact

Ekelmans Advocaten N.V. gebruikt noodzakelijke en analytische cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo goed mogelijk functioneert en om het gebruik van onze website te analyseren en te verbeteren. Wij gebruiken geen cookies voor marketingdoeleinden. Lees hier meer over in onze privacyverklaring en cookieverklaring